Mijn meest gelezen

maandag 12 december 2011

Mijn ruimtereis

Ik krijg zure oprispingen van Het Hollandsch Levenslied, heb last van plaatsvervangende schaamte als ik een polonaise zie en van draaiorgels word ik schietgevaarlijk. Maar als ik èrgens een bloedhekel aan heb is het wel een vergadering op het OK-complex in ons ziekenhuis!



Voordat je de zaal waarin de talkshow wordt gehouden mag betreden, is het verplicht omkleden geblazen. Bij iedereen die naar binnen wil ziet poortwachter Giel Steriel er streng op toe dat een speciale overall wordt aangetrokken en een haarkapje opgezet. Zelfs de reeds kalende mannen van rond de vijftig -die van nature altijd al een soort badmuts dragen- vormen op dit laatste geen uitzondering.

De vaste OK-crew heeft een eigen kleedruimte maar bezoekers moeten zich omkleden in een felverlichte hal bij de ingang. Er is daar geen enkele privacy en daarom wil ik graag mijn normale kleding eronder aanhouden. Qua maat is het 'One Size Fits All', ikzelf noem het altijd 'Extra Medium'. Het zweet parelt van mijn voorhoofd als het, na een kwartier getob en geworstel, uiteindelijk gelukt is om in de overall te klimmen en met een uiterste krachtsinspanning de rits dicht te trekken.

Overigens loopt iedereen daar in zo'n zelfde gekke pakje. Maar net zoals bij mijn allereerste bezoek aan een sauna voel ik me toch bekeken en opgelaten in zo'n belachelijke outfit. De plastic hoesjes om mijn schoenen voelen als groene zeep op de gladde tegelvoer. Als een travestiet op naaldhakken op een grindpad met tegenwind, zeg maar.

Na een prachtig weekend met een heerlijk zonnetje en zeer aangename temperaturen voor de tijd van het jaar, is het sinds vandaag uit met de pret. Hoewel het nog steeds niet echt koud is, lijkt het alsof er elk moment dikke vlokken sneeuw uit de grijze wolken zullen gaan vallen. Een week geleden zag je overal de etalages en winkelstraten nog vol met sinterklaas versieringen en sinds afgelopen weekend heeft half Nederland alweer een kerstboom in de woonkamer en hoor je de godganse dag niet anders dan dat eeuwige Last Christmas van Wham op de radio.

De bemanning van de Apollo 13 wenst U daarom alvast een prettige kerst en een voorspoedig nieuwjaar!

Opmerking bij de foto: Om begrijpelijke redenen wilden mijn collega's André (rechts)  en Susanne ( midden)  slechts onherkenbaar in beeld worden gebracht..



maandag 26 september 2011

Mijn liefde voor drank en sigaretten

Dubbelzinnigheid is troef want de titel van dit stukje zal wel weer allerlei associaties opwekken. Zo van: 'Zie je wel, dus toch! We wisten het wel. Eindelijk komt ie eens uit de kast.'


Nou, dat valt wel mee hoor. Ik lust nog steeds graag een slokje, maar dan met mate. Voor alles is een tijd en een plaats en daarbij heb ik ook mijn voorkeuren. Op een zonnig terras vind ik een dubbel biertje niet te versmaden, een Leffe of liever nog een La Trappe. Thuis in gezelschap van mijn lief drink ik graag een rood wijntje met daarbij uiteraard een lekker hapje. "Geen drankje zonder hapje!" roept ze dan. Maar volgens mij kan het ook andersom.

En dat roken van mij... tja. Vaak genoeg heb ik geprobeerd te stoppen, maar ik kom er moeilijk vanaf en dat geef ik eerlijk toe. Sinds jaar en dag maakt die sigaret samen met een bak koffie een belangrijk deel uit van mijn vaste ochtendritueel. En als 's-avonds mijn Gauloises onverhoopt op beginnen te raken, bekruipt mij weleens een bepaalde onrust. Fijn dat dan er genoeg tankstations in de buurt zijn waar ik nog even snel zo'n fancy blauw doosje kan scoren. Toch gaat deze dwangmatigheid niet zover, dat je mij een kettingroker kunt noemen.

En al zoú dat zo zijn, volgens mij zijn er nog genoeg andere verslavingen die veel slechter voor de gezondheid zijn of op zijn minst een tikkeltje genant. Afgelopen week heeft de politie iemand opgepakt die - voor zover ik het begreep - zijn fiets voortbewoog door telkens een ruk aan de ketting te geven. Of verzamelde die vent nou halskettingen met meisjesnamen? Of zit het nog anders en betreft het hier -om eens een deftig woord te gebruiken- een dwangmatig onanant die niet van ophouden weet?

Hiermee is dus meteen bevestigd dat het met mijn vermeende verslavingen nog niet zo'n vaart loopt. En als ik die überhaupt niet had, dan was mijn laatste en volgens kenners allermooiste schilderij nooit tot stand gekomen. Op een nagenoeg zwarte ondergrond heb ik alle dotjes verf op het doek aangebracht met de kurk van een wijnfles en het filter van een sigaret. Op het eerste gezicht lijkt het helemaal nergens op. Maar met een wijntje in de ene hand en een sigaret in de andere, zie je door de wimpers van je half dichtgeknepen ogen opeens van alles gebeuren op het doek. In het Frans bèkt het zo lekker, dus ik heb het de titel gegeven 'L'Amour de Boire et Fumer'.


zondag 18 september 2011

Mijn land misdaadvrij

In Zuidoost-Azië is de achternaam Ng -uitgesproken als Ung- het equivalent van populaire namen zoals De Vries of Jansen in Nederland. Menigeen zal denken dat dit soort bijzonder korte achternamen in ons land niet voorkomt. Niets is minder waar. Als we een nerd, een eikel of -om er maar geen doekjes om te winden- een Jan Lul bedoelen, spreken we niet voor niets over 'Jan met de korte achternaam'.

Strikt genomen is het eigenlijk nog véél erger: het stíkt hier van de achternamen die slechts uit één enkele letter bestaan. Lees de kranten er maar op na: dagelijks verschijnen artikelen waarin een Aage M., een Ali B., een Koos H., Ferdi E. of zelfs een Desi B. te P. een hoofdrol spelen. Het zal de oplettende lezer daarbij niet ontgaan dat dit zonder uitzondering personen van twijfelachtig allooi of ronduit criminele types zijn.


Hiermee kom ik meteen op een echte Quick-Win. Naar mijn mening zou het voor de PVV van Geert Wilders een goed idee zijn om de volgende maatregel in het partijprogramma op te nemen. Laat de politie iedereen met zo'n korte achternaam preventief van straat plukken. Dan zijn we in in één klap van veel narigheid verlost.

Zo heb je bijvoorbeeld ook je collega's niet altijd voor het uitzoeken. Op mijn werk heb ik te maken met ene Frank D. die heel provocerend rondloopt in een T-shirt met de opdruk 'Frank maakt meer kapot dan je lief is'. Zeg nou zelf: dan zie je het toch meteen? Kan het nog duidelijker?

Oppakken die lui!

zaterdag 17 september 2011

Mijn febo feestje

In de oorlogsjaren, in 1941, werd in de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat -daar komt de naam vandaan- Maison Febo opgericht door ene Johan de Borst. Wat ooit begon als een bakkerswinkel groeide uit tot een automatiek, waar De Borst zelfgemaakte kroketten verkocht. Sinds een paar jaar is ook in Vlaardingen een echte automatiek gevestigd.


Maar wat ís dat ook alweer? Een automatiek is een soort snackbar met daarin een verkoopautomaat met glazen deurtjes, waarin de snacks warm worden gehouden. Vanachter de ruitjes liggen de warme frikadellen, bamihapjes, kroketten en willempies al naar je te lachen. Je kan zo'n deurtje na inworp van muntgeld openen en het product van je keuze zo meenemen. Handig om vooraf eerst een keus te maken en daarná pas het geld in de naastgelegen gleuf te werpen, maar dat terzijde.

Het is al een oude grap maar hij werkt nog steeds goed de werkwijze is als volgt. Neem iets te drinken en zoek meteen een tafeltje met zicht op de automaten. Concentreer je op het gedeelte met daarin de kroketten en probeer er achter te komen welk deurtje het meest wordt gebruikt. Meestal is dat ergens in het midden, op ooghoogte. Wacht tot het een beetje rustig in de zaak is geworden zodat je ongezien je slag kunt slaan. Werp voldoende muntgeld in, houd het deurtje open en neem de kroket uit. Let op: sluit het deurtje nog niet! Neem eerst een grote hap van de kroket en leg deze met de nog goede kant naar voren terug in het vakje. Sluit daarna pas het deurtje weer. Loop terug naar je tafeltje, ga rustig zitten en kijk wat er gebeurt. Succes verzekerd!


Dus stel nou: Je leven is een hel. Je zit zonder baan omdat de zaak failliet ging, je vrouw is acuut lesbisch geworden zit nu bij de Hare Krishna, al die echte vrienden laten niets meer van zich horen, je bloedeigen kinderen willen je nooit meer zien en behalve de deurwaarder komt er niemand meer bij je thuis. Je voelt je ronduit lamlendig, bent prikkelbaar, hebt onverklaarbare angsten en nauwelijks nog geld. 's-Morgens word je wakker tussen bergen lege flessen en uitpuilende asbakken terwijl kabouters met grote hamers op je kop slaan. De afwas van drie weken staat nog op de aanrecht en de toiletpot heeft een eigen biotoop gekregen. Tien-tegen-één dat je dan ook weleens een leuke avond wilt hebben. Dus wordt het weer hoog tijd voor de automatiek!

donderdag 15 september 2011

Mijn vliegangst overwonnen

"Je hoeft helemaal niet zo bang te zijn, er gaat toch immers altijd een piloot mee?" zeg ik altijd stoer tegen zo'n bangerik die voor de eerste keer in zijn leven gaat vliegen.

Voor alles is een eerste keer geweest, ook voor mijzelf. Opgejut door vrienden heb ik vanaf Zestienhoven een vluchtje van een half uur boven Rotterdam gemaakt. Als ik dit als kind zou hebben geweten, had ik nóóit piloot willen worden. Ik zat verstijfd in mijn stoel met het angstzweet in de handen. Uit het raampje kijken durfde ik niet. Dan maar staren naar het metersdiepe decolleté van de stewardess. Weer heelhuids beneden, maar nog met knikkende knieën en een groen aangelopen hoofd, kon ik toch zonder jokken opscheppen over het geweldige uitzicht.


De bedrijven die de volksziekte vliegangst commercieel willen uitbuiten schieten tegenwoordig als paddestoelen uit de grond en voor duizend euro helpen ze je er in twee dagen vanaf. Aan mij zullen ze lekker geen cent verdienen want het is bij mij gewoon vanzelf overgegaan. Maar ik vertik het nog steeds om uit het raampje te kijken. Ik heb er een goede gewoonte van gemaakt om - in het vliegtuig zittend - naar véél leukere dingen te kijken.

Over vliegen gesproken: als achter vliegen vliegen vliegen dan vliegen vliegen vliegen achterna. Dat gebeurde gisterenavond in de woonkamer. Het waren twee van die dikke, met zo'n blauw-groen metallic achterlijf. De hele avond irritant gezoem, gekriebel, vervelend geknisper en gebrom. Soms leek het over en was het héél even stil maar dan begon het verdorie weer! Compleet gek werden we ervan. Zodra ik opstond om ze met een opgerolde krant naar de andere wereld te meppen waren ze ineens weer verdwenen. Maar af en toe worden ook vliegen weleens moe, want eindelijk zat er eentje bewegingloos op tafel. "En nou maar hopen dat ie daar nog even blijft zitten" zei ik, "probeer jij hem aan de praat te houden."

Mensen zeggen over mij dat ik heel zachtmoedig ben; ik zou nog geen vlieg kwaad doen. Mooi niet, ik wilde dit loeder met een enorme klap de vliegenhemel in helpen. De grote truc is om niet te slaan in de richting van de vlieg, maar iets meer in de richting van waar hij naar toe zal vliegen. En raak! Marianne Thieme moet me geloven als ik zeg dat ie er niets van gevoeld heeft, zo snel ging het. En die andere vlieg is waarschijnlijk zó geschrokken dat ie spontaan het huis ontvlucht is en komt nooit meer terug.
En wie durft er nu nog te zeggen dat ik last heb van vliegangst?

zondag 4 september 2011

Mijn reis naar de bron

"Doe mij maar een spaatje rood", zeg ik steevast als het wegens autorijden even geen dubbel-biertje mag zijn. Je verwacht dan dat er bron- of mineraalwater met bubbels op tafel wordt gezet van het merk SPA, type rood. Ja, als je mazzel hebt. Zonder uitleg of verontschuldiging serveert men ook rustig een flesje Sourcy, Bar-le-Duc (*) of Albert Heijn huismerk in een glas. Kennelijk is -net zoals bij Maggi, Valium en Luxaflex - de merknaam ook de soortnaam geworden.

Afgelopen zomer waren we op vakantie in Evian-Les-Bains, ten noorden van de Franse Alpen aan het meer van Genève. Het is een badplaats met prachtige oude gebouwen, veelal appartementen en voormalige hotels die nog die ouderwetse grandeur uit de jaren '20 uitstralen. Wat dat betreft kan Evian zich als enige Franse plaats in de omgeving meten met stijlvolle Zwitserse overburen als Lausanne en Montreux. Rustig kuierend langs de boulevard ontdek je verschillende mooi aangelegde parken. Ook kun je er genieten van een ontspannend tochtje op één van de vele rondvaartboten die onderweg een adembenemend uitzicht bieden op de witte bergketens van de Alpen. 

Maar vooral is Evian al sinds jaar en dag bekend vanwege het bronwater dat daar al sinds 1789 wordt gewonnen afkomstig van de Sint Catherine-bron op het landgoed van ene meneer Cachat. Naar verluidt dronk Marquis de Lessert - geen idee wie dit was- regelmatig van dit water. Hij had namelijk nier- en leverkwalen en geloofde dat zijn gezondheid hierdoor zou verbeteren. Hierna begonnen lokale artsen het water voor te schrijven als remedie en ging meneer Cachat zijn water verkopen. In 1826 verleende de hertog van Savoye vergunning om het water commercieel te gaan bottelen. Tot zover de geschiedschrijving.

Alles in Evian-Les-Bains en de wijde omgeving ademt Evian bronwater. Bijna overal, op straathoeken en pleintjes, staan oude stenen waterpompen waar men zich kan opfrissen of de dorst lessen. Op het terras heeft het geen enkele zin om Spa rood of blauw te bestellen want dàt kennen ze hier niet; Evian is de soortnaam.

Op onze 'bucket list' stond daarom ook een bezoek aan de grote fabriek, die een dorp verderop in Amphion-Les-Bains is gevestigd. Daar wordt uitgelegd dat Evian inmiddels onderdeel is van de Groupe Danone en wordt verkocht in meer dan 130 landen. En dat er dagelijks vijf tot zes miljoen liter in flesjes de fabriek uit gaat. In 2003 was Evian het meest gedronken bronwater ter wereld. Al met al viel het bezoek echter tegen. De rondleiding was geheel franstalig en bleef beperkt tot een centrale presentatie-ruimte bovenin de fabriekshal. Van daaruit kon je door een ruit in de verte de flesjes door vulmachines zien schuifelen, die door mannen in witte pakken in de gaten werden gehouden. Verder weinig anders dan commercieel gedoe met balpennen, t-shirts en hebbedingetjes voor woekerprijzen. Beetje jammer.


Het is natuurlijk vele malen leuker om zelf eens het echte bronwater te tappen uit één van de authentieke bronnen in het centrum van Evian. Zoals de straatnaam 'Avenue des Sources' reeds doet vermoeden, zijn daar de waterbronnen te vinden. De tapkraan van de bron is aangebracht onder een stijlvolle ronde bogengalerij in een glooiend parkachtig deel van de stad met smalle straatjes. De auto in de nabijheid parkeren is een drama want het is er altijd druk; het pleintje bij de tapkraan staat vol met een lange rij mensen die netjes op hun beurt wachten om het heilige water te tappen.

Heilig of geneeskrachtig? Je zou het bijna geloven. Een oude man wist mij te vertellen dat sinds hij Evian bronwater dronk hij nooit meer ziek is geweest. Zou het dan toch ècht waar zijn? Is dit dan een pelgrimage geworden, een bedevaart naar de bron in de hoop door het drinken van dit geneeskrachtige water te worden genezen van een ernstige ziekte of zoiets?


Een nadere blik op de wachtenden geeft een iets ander beeld: de meesten dragen grote tassen of kratten afgeladen met lege plastic flessen bij zich. Is dit niet dezelfde rij die je ook in de supermarkt ziet, bij het fust, de retourette? Nee niet helemaal, er zitten namelijk opvallend veel flessen van het merk Evian tussen. Opeens wordt alles duidelijk. Eénmaal in de winkel een paar flessen Evian bronwater gekocht en daarna altijd voor een gratis refill naar de bron. Toch? Het lijken wel Hollanders, die Fransen!

Die rare plek op mijn onderbeen is er niet van weggegaan, maar toegegeven: het water smaakte heerlijk! En de komende tijd zal ik mij op het terras vast nog weleens verspreken. "Doe mij maar een Evian. Oh nee sorry, ik bedoelde een spaatje."

(*)Barbara, de zus van Christine

zaterdag 27 augustus 2011

Mijn zwarte gat

Dag meneer Jansen, we hebben helaas nog een paar dingetjes gevonden. De distributieriem moet worden vervangen en van één band is het profiel bijna versleten. Oh, zei ik dan, geen probleem hoor. En weet u wat ? Zet er meteen maar vier nieuwe banden onder! Aan het eind van de dag alleen even een handtekening gezet en met een brede glimlach weer op pad. Makkelijk en zorgeloos hoor, een lease-auto. Ook zo'n bijbehorende tankpas is een weldaad voor je eigen portemonnee; alles waar je 's-nachts van droomt daar kun je de volgende dag lekker naar toe rijden. En al die lease-rijders tegenwoordig maar klagen over de fiscale bijtelling.

Nee, als je een eigen auto rijd is alles gratis zeker! Los van de verzekering en motorrijtuigenbelasting ben je soms een vermogen kwijt als je de auto voor onderhoud naar de garage gaat. Om nog maar niet te spreken van de brandstof, want die van mij lust wel een slokje. Tijdens het tanken moet ik er dus altijd goed aan denken om de motor uit te zetten, anders komt de tank nooit vol. Maar goed, dat is een eigen keus geweest; ik had natuurlijk ook een zuinig klein autootje kunnen nemen.

Vorig jaar was ik nog tweeduizend (!) euro kwijt voor een APK-keuring met grote beurt. De laatste keer dat ik gebeld werd door de garage ging het koud over mijn rug. Gelukkig was het slechts de mededeling dat de auto weer klaar was en dat de schade ditmaal beperkt was gebleven tot 240 euro. Maar te vroeg gejuicht: een week later klonk het alsof ik op een brullende motorfiets door de stad reed. Wat gaaf, heb je een oude Harley-Davidson gekocht? Er zat ineens een joekel van een gat in de achterste demper van de uitlaat. Gisteren moest ik helaas mijn pinpas weer flink laten roken bij het lokale knalpijpenparadijs.

woensdag 24 augustus 2011

Mijn orgiezeil

Ding dong.... De postbode aan de deur met een pakje. Nee meneer, mejuffrouw L. is zelf niet thuis. Of ik dan maar even wilde tekenen. Zo begon het; heel onschuldig. Laura had sinds kort een internet-aansluiting op haar computer en waagde voorzichtig haar eerste stapjes in de digitale wereld. Ze deed af en toe mee met een prijsvraag of vroeg gratis hebbedingetjes aan.


Maar al snel kwam er een tijd dat ik elke postbode in de wijk persoonlijk kende. Ook al liepen ze in burger bij Albert Heijn te winkelen, we groetten elkaar of hadden soms een praatje. Als er niemand thuis was werd alles bij mijn nieuwsgierige buurman bezorgd. Zodra hij mijn auto op de oprit zag verschijnen, kwam hij meteen met het pakje aanlopen en bleef op zijn gemak staan wachten totdat ik het in zijn bijzijn had opengemaakt.

Die beruchte keer was ik gelukkig zelf thuis om het pakje in ontvangst te nemen. Er stond ditmaal geen mejuffrouw L. op de adressticker maar ik had zelf niets besteld! Daarom probeerde ik van het formaat en gewicht af te leiden wat erin het doosje zou kunnen zitten. De postbode had ook geen flauw idee maar kreeg wel een twinkeling in de ogen toen hij zag dat de afzender uit Hulst kwam. Met een veelbetekenende blik zei hij me gedag en wenste mij vooral nog veel plezier.

Voorzichtig begon ik het plakband los te peuteren. Ditmaal was het geen glitterjurkje van de Spice Girls en al helemaal geen roze wekker-radio. Wow! De foto's op de doos logen er niet om en in goudkleurige letters stond erop "Lack Spannbettlaken Super Schwarz 240X240". Meteen had ik door wat de bedoeling was en in gedachten zag ik mezelf al rollebollen met een paar schaarsgeklede dames met lekkere grote jetsers. A dirty mind is a joy forever.


Lichte paniek sloeg toe toen ik merkte dat het al bijna half 6 was. Mevrouw L. was destijds helemaal niet zo ruimdenkend en kon elk moment van haar werk thuiskomen. En als ze me hiermee betrapte had ík dus weer iets uit te leggen. Hoe ik me er ditmaal uit moest redden kon ik zo één-twee-drie niet verzinnen. Dan maar snel in een plastic tas in de voorraadkast achter een doos verstopt. Net op tijd.

Ze was nog maar veertien en volgens mij nog lang niet toe aan dit soort dingen, maar bij Laura wist je dat maar nooit. Dus toen 's-avonds Goede Tijden Slechte Tijden begon en ik onbespied naar haar kamer kon sluipen heb ik Laura gepolst of zij misschien ergens van af wist. Na lang denken schoot haar te binnen waar het vandaan moest komen. Ze had via internet meegedaan aan een prijsvraag van de Pabo Hogeschool -of zoiets- en onlangs een mailtje ontvangen dat ze iets gewonnen had. Maar pap, het waren wel gekke vragen hoor, voegde ze er nog aan toe. Beloof je wel dat je daar in het vervolg mee zult oppassen, zei ik vaderlijk, de ene Pabo is de andere niet.

Ik heb het weleens voorzichtig aangekaart, maar jammer genoeg is het orgiezeil nooit als zodanig gebruikt. Gelukkig heb ik er alsnog een tijd plezier van gehad. Slechts weinig mensen weten dat het nog dienst heeft gedaan als afdekhoes voor mijn Alpenkreuzer vouwwagen. Ook op de camping hielden we bij regenachtig weer altijd de voeten droog want we hadden een waterdicht grondzeil in de voortent!

maandag 22 augustus 2011

Casablanca

Als je verzot bent op melancholische drama’s, heftige tranentrekkers en andere mierzoete liefdesverhalen mag je het jaarlijkse SuikerZoet Filmfestival in Schiedam absoluut niet missen: Vier dagen lang genieten van ultieme feel-good movies op bijzondere, monumentale locaties. Zo stond het vorig jaar november in de lokale bladen. En de toegang was helemaal gratis!

Zo'n bijzonder monumentale locatie was bijvoorbeeld de Grote Kerk van Schiedam. Daar werd de film Casablanca met in de hoofdrollen Humphrey Bogart en Ingrid Bergman vertoond. Een romantische oude zwart-wit film uit 1942 over de liefdesperikelen van Rick, Ilsa en Viktor. Ik heb nooit geweten dat Viktor Lazlo een personage uit die film was; zo heette toch immers de Belgische zangeres die we kennen van het nummer 'Breathless'? 

En ademloos was ik. Zowel van de film als van de bijzondere sfeer in die mooie kerk. Daarbij was ik ook nog in het aangenaamste gezelschap dat je je als man kunt wensen. Het werd daarom een avond om nooit te vergeten.

Even iets anders: heeft u dat nou ook? Altijd als je 's-avonds laat samen iets aan het doen bent waarbij je absoluut niet gestoord wil worden gaat altijd die klote-telefoon! En het zijn meestal altijd dezelfden die bellen. Hoi, zijn jullie nog wakker, stoor ik? Ja eigenlijk wel een beetje: we waren nèt onze nagels aan het knippen.

Om daar een beetje variatie in aan te brengen zeg ik nu ook weleens: we zaten nèt gezellig naar Casablanca te kijken.

zondag 21 augustus 2011

Mijn dikke daf


Onder elkaar spraken we altijd over een viertonner. De officiële aanduiding van Defensie was YA-4440, de vrachtauto waar ik in mijn diensttijd mee heb gereden. Opgekomen met lichting 79-5 werd ik aangesteld als viertonnerchauffeur en ingedeeld bij 'Rijschool Venlo' op de Frederik Hendrikkazerne te Blerick. Eenmaal het militair rijbewijs behaald kon ik de felbegeerde gele flap bij de gemeente zelfs laten omzetten in een 'burger-rijbewijs' voor de categoriëen BCDE.

Net van school af en dan al mogen rijden met luxe touringcars en zware vrachtwagens met aanhanger of oplegger! Het spreekt vanzelf dat ik het als ventje van amper achttien rete-stoer vond om met zo'n dikke DAF door de straten van de Veluwse dorpen te punken. Daarbij met hunkerende blik nagestaard door de lokale schoonheden. Wishfull thinking, denk ik achteraf. Maar toch...

Sinds mijn vijftigste krijg ik ongevraagd van alle kanten en op allerlei manieren bevestiging dat ik ouder word. In maart ontving ik van de gemeente het bericht dat mijn rijbewijs weer bijna was verlopen. Ok, even pasfoto's maken en een keer langs het gemeentehuis. Zo gepiept, toch? Dat was verkeerd gedacht, las ik verder. Als je een groot rijbewijs moet vernieuwen -verlengen bestaat niet meer- word je over één kam geschoren met 70-plussers! Dus dan is het invullen van een eigen verklaring en het ondergaan van de bijbehorende medische keuring verplicht. De verklaring bestaat uit elf medische vragen over de ogen, de psychische gesteldheid en motoriek. En 70-plussers, dat zijn toch weggebruikers die met de stoel in de voorste stand en de kin tegen de voorruit met een gangetje van hooguit 60 over de snelweg kruipen? Maar daar wil ik nog niet bij horen. Heel confronterend; alweer een deuk in mijn ego!

En dat nieuwe rijbewijs kwam er niet vanzelf. Tweemaal naar het gemeentehuis, tig telefoontjes, formulieren invullen, pasfoto's regelen, 3 keer zuchten en tien kniebuigingen maken en tot slot ruim honderd-vijftig euro bij elkaar aftikken. Maar het kóst een paar centen maar dan héb je ook wat. Het is me weer gelukt: de komende tien jaar mag ik weer met groot rollend materieel de openbare weg op. U bent dus gewaarschuwd.

zaterdag 20 augustus 2011

Mijn uitgevlogen nest


Vandaag vieren mijn kinderen inmiddels hun tweeëntwintigste verjaardag. Wat is de tijd toch snel gegaan.

Mijn zoon en zijn vriendin hebben samen een leuk huisje gekocht in het centrum van Vlaardingen. Na lang zoeken hebben ze uiteindelijk precíes gevonden wat ze zochten. Als een warme jas die je aantrekt, zeggen ze allebei.

Over anderhalve week is de overdracht en krijgen ze de sleutel. Afgezien van het gebruikelijke verf- en behangwerk behoeft er nauwelijks iets aan gedaan te worden zodat ze hun nieuwe nestje snel kunnen betrekken.

Een paar jaar eerder was mijn dochter al gaan samenwonen. En nu is er alwéér een nieuwe mijlpaal. Het nest is uitgevlogen.

donderdag 28 juli 2011

Mijn moeders verjaardag

De datum 28 juli zal nooit meer hetzelfde zijn.

Vandaag zou mijn moeders verjaardag zijn geweest en dan was ze 81 jaar geworden. Helaas heeft het zover niet mogen komen en is ze een paar jaar geleden - veel te vroeg - overleden aan de gevolgen van Alzheimer.












Herinner mij maar niet in sombere dagen
Herinner mij in de stralende zon
Hoe ik was toen ik alles nog kon

Mijn moeders verjaardag was altijd een leuke, mooie dag.
In plaats daarvan is 28 juli nu een dag om haar te gedenken.

Ik mis haar nog elke dag.

woensdag 27 juli 2011

Mijn rood is karmijnrood

Mijn rood? Nee, ik bedoel eigenlijk karmijnrood. In een gekke bui heb ik ooit verzonnen dat de titels van de teksten op dit blog altijd beginnen met het woord 'Mijn'. Vandaar misschien de woordspeling?

Overigens worden er steeds meer kleurschakeringen rood bij elkaar verzonnen. Hadden we al bloedrood, bordeaux-rood en het legendarische ferrari-rood, tegenwoordig kennen we ook knalrood of brandweerauto-rood. De laatste meestal in de speelgoedwinkel te vinden. In de cosmetica-branche kunnen ze er helemaal wat van: Chanel heeft het over Rouge Coco Shine, Estée Lauder over Plum Devine of zelfs Wet Cranberry

Ik ben vroeger altijd gek op blauw geweest, maar de laatste tijd is rood toch wel mijn favoriete kleur. De bekende bioloog en schrijver Midas Dekkers heeft er al een heel interessant boek over vol geschreven. Rood, een bekoring. Mooie titel. Rood staat voor wilskracht, energie, liefde en passie!

Om niet altijd maar te moeten jokken heb ik dat karmijnrood snel nog even opgezocht op internet. Tot mijn grote schrik zegt Museumkennis.nl er het volgende over: "Het pigment cochenille kan verkregen worden uit drie verschillende schildluissoorten. Bij de productie worden alleen vrouwtjesluizen gebruikt. De kleur van het pigment wordt karmijnrood genoemd." Gatverderrie, jak jak! Moest meteen aan die enge bloedluizen denken die ik weleens in mijn kippenhok aantrof. Brrr ... En ik altijd maar denken dat ze die kleurstof van bepaalde bloemen maakten of zoiets?

Laten we deze uitleg maar weer snel vergeten want dat karmijnrood is eigenlijk heel erg prachtig! Als ik ooit nog eens ga trouwen moest ze toch maar een trouwjurk in die kleur kopen.


maandag 25 juli 2011

Mijn broer had de mooiste krullen

Met de ene hand hield ze me stevig bij mijn schouder vast en met de zijkant van haar andere hand probeerde mijn moeder slag in mijn haar te duwen. "Sta nou even stil, dan krijg je net zulke mooie krullen als je broer." Maar ik stond niet stil, want ze moest daarmee ophouden. Als bijna tienjarige vond ik stijl haar veel stoerder en wilde helemaal geen krullen. En zeker niet die gekke kleine krulletjes zoals hij had. Al dat gezeur, bah! Ik wist me aan haar greep te ontworstelen en rende boos het huis uit.

Van Sinterklaas had hij verdorie wél die mooie HEMA racebaan gekregen! Om mij koest te houden stond er onderaan het gedicht: 'maar je broer mag er ook mee spelen'... Ja, dank je de koekoek. Zoiets zou Sinterklaas zelf nooit geschreven hebben! En niks mee spelen, was het maar zo'n feest. Ik mocht er alleen maar vanaf grote afstand naar kijken als hij languit op de vloer liggend, lekker de Grand-Prix van Monaco aan het rijden was. Tot overmaat van ramp samen met die irritante vriendjes van hem, nota bene op mijn kamer en ze hoefden zelfs niet eens hun schoenen uit te doen!

Bij Hofman thuis hadden ze lekker patat met appelmoes, maar ik moest persé thuis blijven eten. Voor mijn gevoel aten we het meest bloemkool, witlof of knolletjes. Gadverderrie, bluh. "Niks mee te maken, en je gaat pas van tafel als je je bord leeg hebt." Maar hij dan? "Hij heeft een zwakke maag." Yeah right! Hij vond het eten natuurlijk ook niet te knagen, maar pakte het gewoon wat slimmer aan, dacht ik dan. Die zat nu vast met een brede glimlach aan de patat.

Zoals alle jongetjes van die leeftijd wilde ik later piloot worden. Gefascineerd door alles wat maar met luchtvaart en vliegtuigen te maken had, fietste ik vaak op woensdagmiddag helemaal naar Zestienhoven om daar lekker rond te hangen en de kisten van nabij te kunnen bekijken. Als je geluk had kon je van dichtbij zelfs een echte Lockheed Constellation zien opstijgen. Bij de balies in de vertrekhal wist ik altijd wel een paar ansichten voor mijn verzameling te scoren.

Mijn kamer was omgetoverd tot een waar Luchtvaart Walhalla. De muren waren volbehangen met vliegtuig-posters uit de KIJK en aan het plafond had ik met doorzichtig visgaren schaalmodelletjes opgehangen. Van het geld dat ik verdiende met mijn krantenwijk kocht ik deze bouwpakketjes met stoere merknamen als Airfix of Revell. In het doosje zaten een stapsgewijze bouwtekening, de onderdeeltjes die in een soort plastic gietvorm aan elkaar zaten en die je voorzichtig met een mesje moest lossnijden, stickers en potjes verf. Naast de KLM was vooral de Royal Airforce ruim aan het plafond vertegenwoordigd met gevechtstoestellen uit de Tweede Wereldoorlog. Meestal had ik zo'n haast om weer een nieuwe Lancaster of Spitfire bij zijn kameraden te hangen, dat ik mezelf geeneens tijd gunde om eerst de verf op alle losse onderdeeltjes goed te laten drogen. In ieder geval kon je later goed herkennen dat het míjn vliegtuigjes waren geweest, wegens vingerafdrukken.

Een oom en tante, die na familiebezoek weer teruggingen naar Zuid-Afrika, zouden door een select gezelschap -waaronder mijzelf veronderstelde ik- op Schiphol worden uitgezwaaid. "Wil jij nog snel naar boven lopen en deze sleutel aan tante Rina geven?" Hijgend van het trappenlopen kon ik van bovenuit het trappenhuis nog net zien hoe de eerste auto's onder luid getoeter begonnen te rijden. Mijn hart bonkte in mijn keel en er viel een grote steen in mijn maag, zo voelde het tenminste. Heel even dacht ik nog dat dit een grap was en dat ze nog wel lachend zouden keren om mij nog op te pikken. Maar aan het eind van de straat sloeg de stoet definitief linksaf de Westlandseweg op. Vlak voordat ze de hoek om gingen keek mijn moeder omhoog en zwaaide nog naar me, met mijn broer op schoot.

Ik heb de ogen uit mijn kop gehuild, want wat voelde ik me in de steek gelaten. Mijn vader, die bij de vrijwíllige achterblijvers was, probeerde me keer op keer op te vrolijken. Daar had hij welgeteld één manier voor die hij steeds vol enthousiasme inzette. Zijn tactiek? De duim. Men neme een stift en een duim. Teken met de stift een smiley op de duim, laat de bewerkte duim aan de behoeftige persoon in kwestie zien en spreek daarbij, met zelf een grote glimlach op het gezicht, de volgende zin uit: 'Lach eens naar het duimpje'.

Zeker in dit geval werkte zijn aanpak helemaal niet en werd ik nog chagrijniger dan ik al was. Maar hoe ik er ook tegen vocht, toch verscheen er iedere keer weer een kleine glimlach op mijn betraande gezicht. Het was nou eenmaal gebeurd en mijn vader kon er niets aan doen. "Ben jij nou een grote jongen?"

Nog vele jaren na dit voorval voelde ik me jaloers, afgunstig en achtergesteld ten opzichte van mijn broer. Vreemd dat sommige dingen die in je jeugd zijn gebeurd je zo uit balans kunnen halen. Maar verstand, inzicht en mildheid komen met de jaren. Voor ieder mens -en zeker voor een kleintje- wegen de minder leuke dingen veel meer dan alle goede dingen bij elkaar. Mijn moeder heeft zich waarschijnlijk nooit gerealiseerd dat ik me destijds zo achtergesteld voelde. Stonden er, om maar wat te noemen, tegenover die drie of vier keer knolletjes eten misschien wel honderd keer postelein met draadjesvlees, mijn lievelingskostje? Ik kan het haar niet meer vragen. 

Inmiddels zijn we allebei rond de vijftig; hij een stukkie eronder en ik er een ietsje boven. Sinds het overlijden van onze beide ouders hebben we samen een zeer hechte band gekregen, beter dan ooit tevoren. En omdat we beiden die behoefte voelden zijn we vorige week nog samen naar de begraafplaats geweest. Ondanks dat het hoogzomer was, regende het al de hele dag. Was een begraafplaats altijd al een trieste bedoening, de regen maakte het die dag alleen nog maar erger. Onder het dikke bladerdek van de oude platanen, liepen we gelukkig een beetje droog. 

Bij het graf aangekomen, en met als enig geluid het gespat van regendruppels op onze jassen, stonden we daar een tijdje voor ons uit te staren. Hoewel twee jaar geleden geheel gerenoveerd was het grafmonument vies en bemodderd. Volgende maand gaan we het samen weer helemaal netjes schoonmaken, spraken we af. Dat moet, dat zijn we ze verplicht. Eensgezind vonden we dat ze allebei zielsveel van ons hielden, en dat we ze daarom nog elke dag zó vreselijk missen! Over en weer kwamen herinneringen boven.


Net toen we onder de bomenlaan vandaan terugliepen naar de auto, begon het weer keihard te stortregenen. Het kwam echt met bakken tegelijk uit de lucht. Maar ja, doorweekt waren we al. Dus ik vond het onzin om harder te gaan lopen. Hij vond van niet. Ondanks alle emotie moest ik een beetje grinniken toen hij zo quasi sportief voor mij uit jogde. Het viel me op dat zijn haar een stuk dunner was geworden dan dat van mij. Begon hij nu ook al een beetje te kalen bovenop? Ineens begreep ik wat mijn vader destijds bedoelde, als hij sprak over een 'perzik in de houtwol'. Ja broertje,  jij had de mooiste krullen.

zondag 24 juli 2011

Mijn zin in zon

De petunia's en hanggeraniums in de tuin van mevrouw Scheurkogel verraden een zomer, maar staan er al dagenlang verregend bij. Piet Paulusma was gisterenavond ook niet meer bij machte om ons op te beuren want voorlopig blijft het nog even zo. Ik krijg bijna zin in erwtensoep met rookworst van de HEMA als ik naar buiten kijk. Het is verdorie al eind juli, waar blijft toch die zon?


Vorige week hadden we "out of the blue" een stralende zomerdag maar werden daags erna meteen weer afgestrafd met harde wind en stortregens.

Gelukkig hebben wij onze vakantie nog tegoed en gaan lekker naar Frankrijk. Daar zijn de vooruitzichten een stuk beter, dus over een week rijden we lekker de zon tegemoet! Om alvast een beetje in de sfeer te komen ga ik vanmiddag een paar cd-tjes branden met leuke Franse liedjes.

Hopelijk valt de zomer in ons land volgend jaar in een weekend.

vrijdag 22 juli 2011

Het stalinorgel

Stalinorgel, Katjoesja

Катюша, in goed Nederlands ook wel Katjoesja genoemd, was de naam voor de mobiele raketinstallaties die de Russen tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog inzetten tegen hun Duitse agressors. De pijpen om de raketten af te schieten stonden parallel net als orgelpijpen. Vanwege de raketten en de orgelachtige vorm én omdat Jozef Stalin destijds de leider van de Sovjet-Unie was, kreeg het apparaat onder de Duitse soldaten al snel de bijnaam Stalinorgel.

Met de wens dat Loesje ooit in de voetsporen zal treden van haar Russische grootouders, die beroemd waren om hun concerten, hebben we onlangs oma's oude piano gekregen. En het is niet zomaar een piano: dit exemplaar is gebouwd in de befaamde fabriek van Jacob Davidovitsj Becker uit Sint Petersburg. Tijdens de revolutie kwam de fabriek in handen van de Russische staat. Daarom staat er in goudkleurige letters 'КРАСНЫЙ ОКТЯБРЬ' op de kast, hetgeen Rode Oktober betekent. Ook dat laatste heb ik natuurlijk moeten navragen, want eerlijk gezegd moet ik nog een beetje aan mijn Russisch werken.

Toen de familie Vinnikov op de vlucht voor het Sovjet-regime naar Nederland kwam, mocht de piano slechts met speciale toestemming worden uitgevoerd. Het transport verliep heel moeizaam en heeft alles bij elkaar wel een half jaar geduurd. De beschadigingen veroorzaakt door de vele douane-controles zijn nog steeds zichtbaar; de piano is zelfs een keer met een breekijzer opengemaakt om te zien wat erin zat.

КРАСНЫЙ ОКТЯБРЬ


Op het oog is het eigenlijk maar een doodgewone piano. Toch is de klank prachtig, ook al moet de pianostemmer nodig een keer langs komen. Voor iemand die geen piano speelt kan ik bij vlagen redelijk met de piano overweg en als ik alleen in huis ben en mijn handen jeuken, helpt krabben meestal niet. Om me dan niet te vervelen en buiten op straat rottigheid uit te halen, ga ik meestal even een stukje spelen; op het Stalinorgel.


maandag 18 juli 2011

Mijn handicap

In een recente uitgave van ons ziekenhuis-magazine stond een artikel over de KNO-afdeling en de onderzoeken die daar worden verricht. Gebleken is dat de meest voorkomende oorklachten worden ervaren als gepiep, gesis, constante ruis en gebonk. Ik kan me goed voorstellen dat patienten die daar last van hebben helemaal gek worden. Hoewel ik ook een klant van die afdeling ben, heb ik gelukkig geen last van hinderlijke bijgeluiden. Sterker nog: ik hoor aan één kant bijna helemaal geen geluiden. Ik ben namelijk aan de rechterkant zo goed als doof.

Ooit heb ik eens een middenoor-onsteking gehad die niet tijdig is ondekt. Mijn huisarts vond het niet zo spannend allemaal en de diagnose was: "Duizelig? Dan moet je maar niet zoveel drinken."
Bij de uiteindelijke operatie bleek dat de onsteking dusdanig was doorgewoekerd dat mijn evenwichtsorgaan bijna was aangetast. En dat ik voortaan een aantal onderdelen moest missen. Heeft een normaal gezond gehoororgaan een trommelvlies, hamer, aambeeld en een stijgbeugel, in dat pret-oor van mij zit alleen nog maar een klein stukje trommelvlies en iets dat de KNO-arts er destijds zelf aan vast heeft gefabriekt om er nog iets van te maken. Audiotests hebben uitgewezen dat mijn rechteroor nog iets van 10 procent hoort van wat je normaal zou moeten horen. Vooral in het hoge frequentie-gebied hoor ik absoluut niets meer. Beetje jammer, maar niets meer aan te doen.

Met meerdere mensen tegelijk in gesprek wordt soms lastig. Bij vergaderingen op mijn werk en verjaardagen thuis moet ik met mijn nog goede linkeroor naar de spreker toe draaien om het gesprek goed te kunnen volgen. Ik ga daarom zoveel mogelijk rechts van mijn gesprekspartner zitten. Sommigen beweren dat als ik aan iemand een hekel heb, ik dan nèt andersom ga zitten! En je moet iemand altijd goed aankijken als er tegen je wordt gesproken, dat helpt ook. Maar ook weer niet te lang en zeker niet te diep in de ogen, want dan krijg je weer allerlei rare praatjes.. toch?


Als -inmiddels ervaren- audiologisch gehandicapte kan ik mijn doofheid voor de buitenwereld goed verbergen. Door de jaren heen heb ik er prima mee leren leven en zit er totaal niet meer mee. En al die plagerijtjes heb ik inmiddels ook allemaal wel gehoord. Zo is er tegenwoordig speciale shampoo voor slechthorenden: Dove. En wat dacht je van deze: Voortaan krijgen doven geen narcose meer want wie niet horen wil die moet maar voelen!

En zo als altijd: elk nadeel heb se foordeel. Als mijn lief in bed weer fanatiek een zoveelste hectare subtropisch regenwoud om gaat zagen, ga ik met mijn nog goede oor op het kussen liggen.
Oorverdovende stilte, heerlijk!




Follow
Delen? Ja graag!

maandag 11 juli 2011

Mijn moeders servies

 Jarenlang had mijn schoonzus stad en land afgezocht naar ontbrekende bordjes en dekschalen van haar servies. Totdat -heel toevallig- het oude servies van mijn overleden moeder van exact dezelfde serie en kleur bleek te zijn. 

Op een paar butsjes na was alles nog in zeer goede staat want mijn moeder is er altijd heel zuinig op geweest. Als kind mochten we er alleen maar door een ruitje naar kijken. Slechts op feest- en verjaardagen kwam het uit de kast. Na het feestmaal werd het meteen afgewassen en voorzichtig,als een soort pronkstuk, in de vitrinekast teruggezet en het deurtje ging weer op slot.

Zelf heb ik weinig op met duur serviesgoed; ik eet net zo lekker van een mooi bord van de Hema of Ikea. Eeuwig zonde om het dan al twee jaar ongebruikt in mijn huis te laten staan als ik er een ander een groot plezier mee kan doen. Kortom: schoonzus blij, allemaal dezelfde bordjes en schalen erbij.



Vandaag lekker een vrije dag en weinig dringends te doen, dus ging ik vanmorgen gewapend met een groot pak keukenrollen naar mijn huis om het daar allemaal netjes voor het vervoer in te pakken.

Maar mijn zoon had er misschien grote moeite mee dat ik het servies van zijn oma zomaar de deur uit ging dragen, bedacht ik me ineens. En hij kent mijn schoonzus nog amper, dus ook nog eens weggegeven aan een voor hem wildvreemde! In de veronderstelling dat hij boven op zijn kamer was, en een beetje huiverig voor de confrontatie, sloop ik naar binnen...

Betrapt! Uitgerekend stond hij net in de keuken de vaatwasser uit te ruimen. Toen hij mij met al die keukenrollen zag binnensluipen, was zijn enige commentaar: "Zo ouwe, ga jij jezelf vanavond weer eens lekker verwennen?"




Follow
Delen? Ja graag!

donderdag 7 juli 2011

Mijn beroepsdeformatie

Geen flauw idee waar je het nu over hebt, hoor ik weleens. Bij mij gaat nu echt helemaal het licht uit! Heb je jezelf weleens horen praten? Het is weleens goed dat mensen mij een spiegel voorhouden; dat moet ik eerlijk toegeven.

Zonder het te merken heeft namelijk ook bij mij de beruchte beroepsdeformatie toegeslagen. Computertermen als desktop, gateway, IP-nummer, SSID, BG-band, USB-poort, rebooten.. (en zo kan ik nog wel even doorgaan) rollen over tafel als ik bij mijn zwager even snel een laptopje draadloos het internet op help. Voor de huis-tuin-en-keuken-gebruiker allemaal onbegrijpelijke lulkoek, maar soms helpt het als je een beetje Engels kent.


De Engelse term any key betekent een willekeurige toets. Meestal staat er dan een boodschap op het scherm zoals: 'Press any key to continue'. Iemand die niet goed bekend is met de Engelse taal gaat soms op zoek naar een toets met het woord any er op. Om dat te voorkomen wordt ook wel: 'Press Enter to continue' gebruikt, aldus de Wikipedia.

Ik werk op een ICT-afdeling waar onze helpdesk nog regelmatig telefoontjes krijgt waar in godsnaam die verdomde any key zit. Op het toetsenbord of ergens op die zwarte kast die hier onder mijn bureau staat? Ik ben al een half uur aan het zoeken, vertellen ze er dan ook nog bij. Balorig geworden na het zoveelste telefoontje over hetzelfde onderwerp vroeg de dienstdoende collega ooit : Even denken ... Probeert u eens de F3-toets? Ja dat is hem, riep de klant blij door de telefoon. Bedankt!

Een paar weken later kwam een andere collega voor een printerstoring op de betreffende afdeling en merkte op dat er aan de rand van het beeldscherm zo'n geel Post-It briefje was geplakt. Verontrustend! Kennelijk had die gebruiker niet alleen moeite met de Engelse taal maar ook grote moeite om dingen te onthouden. We hebben er later met zijn allen hartelijk om moeten lachen. Op het briefje stond namelijk in dikke viltstift-letters geschreven 'Any key = F3'.








Follow
Delen? Ja graag!

donderdag 30 juni 2011

Mijn bedgeheimen

Samen het bed delen... Een mooie uitdrukking vind ik dat. Geschikt om je van alles bij voor te stellen. Je zou iemand kunnen vragen: Wil jij de helft van het bed of zal ik het in blokken van 20 bij 20 cm snijden en die om en om neerleggen? Of: Geef even een groot mes dan snij ik het bed precies in tweeën, kun jij de helft mee naar huis nemen. Er heeft mij eigenlijk nog nooit iemand gevraagd: wil je het bed met me delen? Het antwoord zou trouwens zijn: nee, hou het maar helemaal zelf.

Als je het bed met iemand deelt wordt dat trouwens altijd heel oneerlijk gedaan. De hele bevolking van het bed concentreert zich dan op een klein plekje, lekker gestapeld en flink aangestampt. Mijn ex en ik sliepen al jaren in een ouderwets tweepersoonsbed op één matras van 140 x 200, tot onze volle tevredenheid. Ook al ga je met regelmaat gewoon braaf slapen, omdat je samen op één grote matras ligt, kun je heerlijk lepeltje-lepeltje in slaap vallen, toch?

Opeens was er de verstelbare lits-jumeaux, iets dat iedereen beslist zou moeten hebben. Fijn als je ziek was of vermoeide benen had, plannen had om het ontbijt in bed te knoeien of wat dan ook. Dus de knip flink opengetrokken en we kochten twee aparte matrassen, twee éénpersoonsdekbedden, twee hoezen, kortom: de hele mikmak. En daar lagen we dan als prins en prinses gevangen op ons eigen luxe eiland. We zwaaiden vanuit de verte naar elkaar en glimlachten treurig voordat het licht uitging. De tocht naar het andere eind van de bedwereld werd toch wat minder vaak gemaakt. En zo koud in de winter als je na de expeditie terugkeerde naar je eigen Nova Zembla.

Om de zaak te redden hebben we later nog een echte "Love Bridge" aangeschaft. Dat is een wigvormig stuk schuimplastic bekleed met lakenstof, die de gleuf tussen de twee matrassen egaliseert. Ja ja, nou vergeet het maar.. Steevast na 5 minuten sex was het rotding tussen de matrassen door op de grond gevallen, schoven de matrassen plots uit elkaar en zat mijn mannelijkheid klem op een andere plaats dan waar ik deze bedoeld had!

Nadien is het nooit meer iets tussen ons geworden; we zijn gescheiden en zij woont nu samen met haar vriend. En gelukkig heb ik het ook weer helemaal voor elkaar want ik lig behaaglijk tegen mijn vriendin aangelepeld in haar oor te snurken.


Follow
Delen? Ja graag!

donderdag 10 februari 2011

Het laatste vel

Shit! De deur zat al op slot en mijn broek hing al op mijn knieën. Veel te laat bemerkte ik dat mijn voorganger al zijn stinkende best had gedaan. Zo te zien als een op hol geslagen softijsmachine! Met een beetje fantasie kon ik de streperige handtekening van mijn collega ontwaren in de remsporen. Zou hij het zijn geweest? En had hij hier -in zijn niet aflatende ijver om de boel op te leuken- ook een grote zak bemeste tuinaarde opengescheurd? Oh, wat een narigheid. En gadverdamme wat een lucht...

Toen mijn oma Jansen weleens winderig was, deed ze daar heel luchtig over: "Even diep opsnuiven met zijn allen, jongens. Want dan is die stank binnen de kortste keren weg". Maar zoiets was ik hier helemaal niet van plan. Ik wilde hier niet zijn. Opspringen van deze kleverige en veel te warme bril en wegrennen uit deze dampende latrine, dát wilde ik! Daarom gaf ik een ruk aan de rol en had meteen het allerlaatste velletje in mijn hand. Behoorlijk lastig en nog veel meer gênant. De ranzige details zal ik achterwege laten, maar uiteindelijk heb ik mezelf gelukkig kunnen redden.

Aan de dames van de schoonmaak zal het zeker niet liggen; die gaan tot het gaatje. Maar helaas nemen de meeste toiletbezoekers het niet zo nauw met de hygiëne. Sommigen hebben domweg overal schijt aan. En waar zijn tegenwoordig toch die toilettegeltjes met de opvoedkundig verantwoorde teksten gebleven? 'Denk niet bij het laatste vel degene na mij die redt zich wel'. Was dat niet één van de gevleugelde uitspraken van de Dalai Lama?






Follow
Delen? Ja graag!