Mijn meest gelezen

donderdag 28 juli 2011

Mijn moeders verjaardag

De datum 28 juli zal nooit meer hetzelfde zijn.

Vandaag zou mijn moeders verjaardag zijn geweest en dan was ze 81 jaar geworden. Helaas heeft het zover niet mogen komen en is ze een paar jaar geleden - veel te vroeg - overleden aan de gevolgen van Alzheimer.












Herinner mij maar niet in sombere dagen
Herinner mij in de stralende zon
Hoe ik was toen ik alles nog kon

Mijn moeders verjaardag was altijd een leuke, mooie dag.
In plaats daarvan is 28 juli nu een dag om haar te gedenken.

Ik mis haar nog elke dag.

woensdag 27 juli 2011

Mijn rood is karmijnrood

Mijn rood? Nee, ik bedoel eigenlijk karmijnrood. In een gekke bui heb ik ooit verzonnen dat de titels van de teksten op dit blog altijd beginnen met het woord 'Mijn'. Vandaar misschien de woordspeling?

Overigens worden er steeds meer kleurschakeringen rood bij elkaar verzonnen. Hadden we al bloedrood, bordeaux-rood en het legendarische ferrari-rood, tegenwoordig kennen we ook knalrood of brandweerauto-rood. De laatste meestal in de speelgoedwinkel te vinden. In de cosmetica-branche kunnen ze er helemaal wat van: Chanel heeft het over Rouge Coco Shine, Estée Lauder over Plum Devine of zelfs Wet Cranberry

Ik ben vroeger altijd gek op blauw geweest, maar de laatste tijd is rood toch wel mijn favoriete kleur. De bekende bioloog en schrijver Midas Dekkers heeft er al een heel interessant boek over vol geschreven. Rood, een bekoring. Mooie titel. Rood staat voor wilskracht, energie, liefde en passie!

Om niet altijd maar te moeten jokken heb ik dat karmijnrood snel nog even opgezocht op internet. Tot mijn grote schrik zegt Museumkennis.nl er het volgende over: "Het pigment cochenille kan verkregen worden uit drie verschillende schildluissoorten. Bij de productie worden alleen vrouwtjesluizen gebruikt. De kleur van het pigment wordt karmijnrood genoemd." Gatverderrie, jak jak! Moest meteen aan die enge bloedluizen denken die ik weleens in mijn kippenhok aantrof. Brrr ... En ik altijd maar denken dat ze die kleurstof van bepaalde bloemen maakten of zoiets?

Laten we deze uitleg maar weer snel vergeten want dat karmijnrood is eigenlijk heel erg prachtig! Als ik ooit nog eens ga trouwen moest ze toch maar een trouwjurk in die kleur kopen.


maandag 25 juli 2011

Mijn broer had de mooiste krullen

Met de ene hand hield ze me stevig bij mijn schouder vast en met de zijkant van haar andere hand probeerde mijn moeder slag in mijn haar te duwen. "Sta nou even stil, dan krijg je net zulke mooie krullen als je broer." Maar ik stond niet stil, want ze moest daarmee ophouden. Als bijna tienjarige vond ik stijl haar veel stoerder en wilde helemaal geen krullen. En zeker niet die gekke kleine krulletjes zoals hij had. Al dat gezeur, bah! Ik wist me aan haar greep te ontworstelen en rende boos het huis uit.

Van Sinterklaas had hij verdorie wél die mooie HEMA racebaan gekregen! Om mij koest te houden stond er onderaan het gedicht: 'maar je broer mag er ook mee spelen'... Ja, dank je de koekoek. Zoiets zou Sinterklaas zelf nooit geschreven hebben! En niks mee spelen, was het maar zo'n feest. Ik mocht er alleen maar vanaf grote afstand naar kijken als hij languit op de vloer liggend, lekker de Grand-Prix van Monaco aan het rijden was. Tot overmaat van ramp samen met die irritante vriendjes van hem, nota bene op mijn kamer en ze hoefden zelfs niet eens hun schoenen uit te doen!

Bij Hofman thuis hadden ze lekker patat met appelmoes, maar ik moest persé thuis blijven eten. Voor mijn gevoel aten we het meest bloemkool, witlof of knolletjes. Gadverderrie, bluh. "Niks mee te maken, en je gaat pas van tafel als je je bord leeg hebt." Maar hij dan? "Hij heeft een zwakke maag." Yeah right! Hij vond het eten natuurlijk ook niet te knagen, maar pakte het gewoon wat slimmer aan, dacht ik dan. Die zat nu vast met een brede glimlach aan de patat.

Zoals alle jongetjes van die leeftijd wilde ik later piloot worden. Gefascineerd door alles wat maar met luchtvaart en vliegtuigen te maken had, fietste ik vaak op woensdagmiddag helemaal naar Zestienhoven om daar lekker rond te hangen en de kisten van nabij te kunnen bekijken. Als je geluk had kon je van dichtbij zelfs een echte Lockheed Constellation zien opstijgen. Bij de balies in de vertrekhal wist ik altijd wel een paar ansichten voor mijn verzameling te scoren.

Mijn kamer was omgetoverd tot een waar Luchtvaart Walhalla. De muren waren volbehangen met vliegtuig-posters uit de KIJK en aan het plafond had ik met doorzichtig visgaren schaalmodelletjes opgehangen. Van het geld dat ik verdiende met mijn krantenwijk kocht ik deze bouwpakketjes met stoere merknamen als Airfix of Revell. In het doosje zaten een stapsgewijze bouwtekening, de onderdeeltjes die in een soort plastic gietvorm aan elkaar zaten en die je voorzichtig met een mesje moest lossnijden, stickers en potjes verf. Naast de KLM was vooral de Royal Airforce ruim aan het plafond vertegenwoordigd met gevechtstoestellen uit de Tweede Wereldoorlog. Meestal had ik zo'n haast om weer een nieuwe Lancaster of Spitfire bij zijn kameraden te hangen, dat ik mezelf geeneens tijd gunde om eerst de verf op alle losse onderdeeltjes goed te laten drogen. In ieder geval kon je later goed herkennen dat het míjn vliegtuigjes waren geweest, wegens vingerafdrukken.

Een oom en tante, die na familiebezoek weer teruggingen naar Zuid-Afrika, zouden door een select gezelschap -waaronder mijzelf veronderstelde ik- op Schiphol worden uitgezwaaid. "Wil jij nog snel naar boven lopen en deze sleutel aan tante Rina geven?" Hijgend van het trappenlopen kon ik van bovenuit het trappenhuis nog net zien hoe de eerste auto's onder luid getoeter begonnen te rijden. Mijn hart bonkte in mijn keel en er viel een grote steen in mijn maag, zo voelde het tenminste. Heel even dacht ik nog dat dit een grap was en dat ze nog wel lachend zouden keren om mij nog op te pikken. Maar aan het eind van de straat sloeg de stoet definitief linksaf de Westlandseweg op. Vlak voordat ze de hoek om gingen keek mijn moeder omhoog en zwaaide nog naar me, met mijn broer op schoot.

Ik heb de ogen uit mijn kop gehuild, want wat voelde ik me in de steek gelaten. Mijn vader, die bij de vrijwíllige achterblijvers was, probeerde me keer op keer op te vrolijken. Daar had hij welgeteld één manier voor die hij steeds vol enthousiasme inzette. Zijn tactiek? De duim. Men neme een stift en een duim. Teken met de stift een smiley op de duim, laat de bewerkte duim aan de behoeftige persoon in kwestie zien en spreek daarbij, met zelf een grote glimlach op het gezicht, de volgende zin uit: 'Lach eens naar het duimpje'.

Zeker in dit geval werkte zijn aanpak helemaal niet en werd ik nog chagrijniger dan ik al was. Maar hoe ik er ook tegen vocht, toch verscheen er iedere keer weer een kleine glimlach op mijn betraande gezicht. Het was nou eenmaal gebeurd en mijn vader kon er niets aan doen. "Ben jij nou een grote jongen?"

Nog vele jaren na dit voorval voelde ik me jaloers, afgunstig en achtergesteld ten opzichte van mijn broer. Vreemd dat sommige dingen die in je jeugd zijn gebeurd je zo uit balans kunnen halen. Maar verstand, inzicht en mildheid komen met de jaren. Voor ieder mens -en zeker voor een kleintje- wegen de minder leuke dingen veel meer dan alle goede dingen bij elkaar. Mijn moeder heeft zich waarschijnlijk nooit gerealiseerd dat ik me destijds zo achtergesteld voelde. Stonden er, om maar wat te noemen, tegenover die drie of vier keer knolletjes eten misschien wel honderd keer postelein met draadjesvlees, mijn lievelingskostje? Ik kan het haar niet meer vragen. 

Inmiddels zijn we allebei rond de vijftig; hij een stukkie eronder en ik er een ietsje boven. Sinds het overlijden van onze beide ouders hebben we samen een zeer hechte band gekregen, beter dan ooit tevoren. En omdat we beiden die behoefte voelden zijn we vorige week nog samen naar de begraafplaats geweest. Ondanks dat het hoogzomer was, regende het al de hele dag. Was een begraafplaats altijd al een trieste bedoening, de regen maakte het die dag alleen nog maar erger. Onder het dikke bladerdek van de oude platanen, liepen we gelukkig een beetje droog. 

Bij het graf aangekomen, en met als enig geluid het gespat van regendruppels op onze jassen, stonden we daar een tijdje voor ons uit te staren. Hoewel twee jaar geleden geheel gerenoveerd was het grafmonument vies en bemodderd. Volgende maand gaan we het samen weer helemaal netjes schoonmaken, spraken we af. Dat moet, dat zijn we ze verplicht. Eensgezind vonden we dat ze allebei zielsveel van ons hielden, en dat we ze daarom nog elke dag zó vreselijk missen! Over en weer kwamen herinneringen boven.


Net toen we onder de bomenlaan vandaan terugliepen naar de auto, begon het weer keihard te stortregenen. Het kwam echt met bakken tegelijk uit de lucht. Maar ja, doorweekt waren we al. Dus ik vond het onzin om harder te gaan lopen. Hij vond van niet. Ondanks alle emotie moest ik een beetje grinniken toen hij zo quasi sportief voor mij uit jogde. Het viel me op dat zijn haar een stuk dunner was geworden dan dat van mij. Begon hij nu ook al een beetje te kalen bovenop? Ineens begreep ik wat mijn vader destijds bedoelde, als hij sprak over een 'perzik in de houtwol'. Ja broertje,  jij had de mooiste krullen.

zondag 24 juli 2011

Mijn zin in zon

De petunia's en hanggeraniums in de tuin van mevrouw Scheurkogel verraden een zomer, maar staan er al dagenlang verregend bij. Piet Paulusma was gisterenavond ook niet meer bij machte om ons op te beuren want voorlopig blijft het nog even zo. Ik krijg bijna zin in erwtensoep met rookworst van de HEMA als ik naar buiten kijk. Het is verdorie al eind juli, waar blijft toch die zon?


Vorige week hadden we "out of the blue" een stralende zomerdag maar werden daags erna meteen weer afgestrafd met harde wind en stortregens.

Gelukkig hebben wij onze vakantie nog tegoed en gaan lekker naar Frankrijk. Daar zijn de vooruitzichten een stuk beter, dus over een week rijden we lekker de zon tegemoet! Om alvast een beetje in de sfeer te komen ga ik vanmiddag een paar cd-tjes branden met leuke Franse liedjes.

Hopelijk valt de zomer in ons land volgend jaar in een weekend.

vrijdag 22 juli 2011

Het stalinorgel

Stalinorgel, Katjoesja

Катюша, in goed Nederlands ook wel Katjoesja genoemd, was de naam voor de mobiele raketinstallaties die de Russen tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog inzetten tegen hun Duitse agressors. De pijpen om de raketten af te schieten stonden parallel net als orgelpijpen. Vanwege de raketten en de orgelachtige vorm én omdat Jozef Stalin destijds de leider van de Sovjet-Unie was, kreeg het apparaat onder de Duitse soldaten al snel de bijnaam Stalinorgel.

Met de wens dat Loesje ooit in de voetsporen zal treden van haar Russische grootouders, die beroemd waren om hun concerten, hebben we onlangs oma's oude piano gekregen. En het is niet zomaar een piano: dit exemplaar is gebouwd in de befaamde fabriek van Jacob Davidovitsj Becker uit Sint Petersburg. Tijdens de revolutie kwam de fabriek in handen van de Russische staat. Daarom staat er in goudkleurige letters 'КРАСНЫЙ ОКТЯБРЬ' op de kast, hetgeen Rode Oktober betekent. Ook dat laatste heb ik natuurlijk moeten navragen, want eerlijk gezegd moet ik nog een beetje aan mijn Russisch werken.

Toen de familie Vinnikov op de vlucht voor het Sovjet-regime naar Nederland kwam, mocht de piano slechts met speciale toestemming worden uitgevoerd. Het transport verliep heel moeizaam en heeft alles bij elkaar wel een half jaar geduurd. De beschadigingen veroorzaakt door de vele douane-controles zijn nog steeds zichtbaar; de piano is zelfs een keer met een breekijzer opengemaakt om te zien wat erin zat.

КРАСНЫЙ ОКТЯБРЬ


Op het oog is het eigenlijk maar een doodgewone piano. Toch is de klank prachtig, ook al moet de pianostemmer nodig een keer langs komen. Voor iemand die geen piano speelt kan ik bij vlagen redelijk met de piano overweg en als ik alleen in huis ben en mijn handen jeuken, helpt krabben meestal niet. Om me dan niet te vervelen en buiten op straat rottigheid uit te halen, ga ik meestal even een stukje spelen; op het Stalinorgel.


maandag 18 juli 2011

Mijn handicap

In een recente uitgave van ons ziekenhuis-magazine stond een artikel over de KNO-afdeling en de onderzoeken die daar worden verricht. Gebleken is dat de meest voorkomende oorklachten worden ervaren als gepiep, gesis, constante ruis en gebonk. Ik kan me goed voorstellen dat patienten die daar last van hebben helemaal gek worden. Hoewel ik ook een klant van die afdeling ben, heb ik gelukkig geen last van hinderlijke bijgeluiden. Sterker nog: ik hoor aan één kant bijna helemaal geen geluiden. Ik ben namelijk aan de rechterkant zo goed als doof.

Ooit heb ik eens een middenoor-onsteking gehad die niet tijdig is ondekt. Mijn huisarts vond het niet zo spannend allemaal en de diagnose was: "Duizelig? Dan moet je maar niet zoveel drinken."
Bij de uiteindelijke operatie bleek dat de onsteking dusdanig was doorgewoekerd dat mijn evenwichtsorgaan bijna was aangetast. En dat ik voortaan een aantal onderdelen moest missen. Heeft een normaal gezond gehoororgaan een trommelvlies, hamer, aambeeld en een stijgbeugel, in dat pret-oor van mij zit alleen nog maar een klein stukje trommelvlies en iets dat de KNO-arts er destijds zelf aan vast heeft gefabriekt om er nog iets van te maken. Audiotests hebben uitgewezen dat mijn rechteroor nog iets van 10 procent hoort van wat je normaal zou moeten horen. Vooral in het hoge frequentie-gebied hoor ik absoluut niets meer. Beetje jammer, maar niets meer aan te doen.

Met meerdere mensen tegelijk in gesprek wordt soms lastig. Bij vergaderingen op mijn werk en verjaardagen thuis moet ik met mijn nog goede linkeroor naar de spreker toe draaien om het gesprek goed te kunnen volgen. Ik ga daarom zoveel mogelijk rechts van mijn gesprekspartner zitten. Sommigen beweren dat als ik aan iemand een hekel heb, ik dan nèt andersom ga zitten! En je moet iemand altijd goed aankijken als er tegen je wordt gesproken, dat helpt ook. Maar ook weer niet te lang en zeker niet te diep in de ogen, want dan krijg je weer allerlei rare praatjes.. toch?


Als -inmiddels ervaren- audiologisch gehandicapte kan ik mijn doofheid voor de buitenwereld goed verbergen. Door de jaren heen heb ik er prima mee leren leven en zit er totaal niet meer mee. En al die plagerijtjes heb ik inmiddels ook allemaal wel gehoord. Zo is er tegenwoordig speciale shampoo voor slechthorenden: Dove. En wat dacht je van deze: Voortaan krijgen doven geen narcose meer want wie niet horen wil die moet maar voelen!

En zo als altijd: elk nadeel heb se foordeel. Als mijn lief in bed weer fanatiek een zoveelste hectare subtropisch regenwoud om gaat zagen, ga ik met mijn nog goede oor op het kussen liggen.
Oorverdovende stilte, heerlijk!




Follow
Delen? Ja graag!

maandag 11 juli 2011

Mijn moeders servies

 Jarenlang had mijn schoonzus stad en land afgezocht naar ontbrekende bordjes en dekschalen van haar servies. Totdat -heel toevallig- het oude servies van mijn overleden moeder van exact dezelfde serie en kleur bleek te zijn. 

Op een paar butsjes na was alles nog in zeer goede staat want mijn moeder is er altijd heel zuinig op geweest. Als kind mochten we er alleen maar door een ruitje naar kijken. Slechts op feest- en verjaardagen kwam het uit de kast. Na het feestmaal werd het meteen afgewassen en voorzichtig,als een soort pronkstuk, in de vitrinekast teruggezet en het deurtje ging weer op slot.

Zelf heb ik weinig op met duur serviesgoed; ik eet net zo lekker van een mooi bord van de Hema of Ikea. Eeuwig zonde om het dan al twee jaar ongebruikt in mijn huis te laten staan als ik er een ander een groot plezier mee kan doen. Kortom: schoonzus blij, allemaal dezelfde bordjes en schalen erbij.



Vandaag lekker een vrije dag en weinig dringends te doen, dus ging ik vanmorgen gewapend met een groot pak keukenrollen naar mijn huis om het daar allemaal netjes voor het vervoer in te pakken.

Maar mijn zoon had er misschien grote moeite mee dat ik het servies van zijn oma zomaar de deur uit ging dragen, bedacht ik me ineens. En hij kent mijn schoonzus nog amper, dus ook nog eens weggegeven aan een voor hem wildvreemde! In de veronderstelling dat hij boven op zijn kamer was, en een beetje huiverig voor de confrontatie, sloop ik naar binnen...

Betrapt! Uitgerekend stond hij net in de keuken de vaatwasser uit te ruimen. Toen hij mij met al die keukenrollen zag binnensluipen, was zijn enige commentaar: "Zo ouwe, ga jij jezelf vanavond weer eens lekker verwennen?"




Follow
Delen? Ja graag!

donderdag 7 juli 2011

Mijn beroepsdeformatie

Geen flauw idee waar je het nu over hebt, hoor ik weleens. Bij mij gaat nu echt helemaal het licht uit! Heb je jezelf weleens horen praten? Het is weleens goed dat mensen mij een spiegel voorhouden; dat moet ik eerlijk toegeven.

Zonder het te merken heeft namelijk ook bij mij de beruchte beroepsdeformatie toegeslagen. Computertermen als desktop, gateway, IP-nummer, SSID, BG-band, USB-poort, rebooten.. (en zo kan ik nog wel even doorgaan) rollen over tafel als ik bij mijn zwager even snel een laptopje draadloos het internet op help. Voor de huis-tuin-en-keuken-gebruiker allemaal onbegrijpelijke lulkoek, maar soms helpt het als je een beetje Engels kent.


De Engelse term any key betekent een willekeurige toets. Meestal staat er dan een boodschap op het scherm zoals: 'Press any key to continue'. Iemand die niet goed bekend is met de Engelse taal gaat soms op zoek naar een toets met het woord any er op. Om dat te voorkomen wordt ook wel: 'Press Enter to continue' gebruikt, aldus de Wikipedia.

Ik werk op een ICT-afdeling waar onze helpdesk nog regelmatig telefoontjes krijgt waar in godsnaam die verdomde any key zit. Op het toetsenbord of ergens op die zwarte kast die hier onder mijn bureau staat? Ik ben al een half uur aan het zoeken, vertellen ze er dan ook nog bij. Balorig geworden na het zoveelste telefoontje over hetzelfde onderwerp vroeg de dienstdoende collega ooit : Even denken ... Probeert u eens de F3-toets? Ja dat is hem, riep de klant blij door de telefoon. Bedankt!

Een paar weken later kwam een andere collega voor een printerstoring op de betreffende afdeling en merkte op dat er aan de rand van het beeldscherm zo'n geel Post-It briefje was geplakt. Verontrustend! Kennelijk had die gebruiker niet alleen moeite met de Engelse taal maar ook grote moeite om dingen te onthouden. We hebben er later met zijn allen hartelijk om moeten lachen. Op het briefje stond namelijk in dikke viltstift-letters geschreven 'Any key = F3'.








Follow
Delen? Ja graag!