Mijn meest gelezen

maandag 26 september 2011

Mijn liefde voor drank en sigaretten

Dubbelzinnigheid is troef want de titel van dit stukje zal wel weer allerlei associaties opwekken. Zo van: 'Zie je wel, dus toch! We wisten het wel. Eindelijk komt ie eens uit de kast.'


Nou, dat valt wel mee hoor. Ik lust nog steeds graag een slokje, maar dan met mate. Voor alles is een tijd en een plaats en daarbij heb ik ook mijn voorkeuren. Op een zonnig terras vind ik een dubbel biertje niet te versmaden, een Leffe of liever nog een La Trappe. Thuis in gezelschap van mijn lief drink ik graag een rood wijntje met daarbij uiteraard een lekker hapje. "Geen drankje zonder hapje!" roept ze dan. Maar volgens mij kan het ook andersom.

En dat roken van mij... tja. Vaak genoeg heb ik geprobeerd te stoppen, maar ik kom er moeilijk vanaf en dat geef ik eerlijk toe. Sinds jaar en dag maakt die sigaret samen met een bak koffie een belangrijk deel uit van mijn vaste ochtendritueel. En als 's-avonds mijn Gauloises onverhoopt op beginnen te raken, bekruipt mij weleens een bepaalde onrust. Fijn dat dan er genoeg tankstations in de buurt zijn waar ik nog even snel zo'n fancy blauw doosje kan scoren. Toch gaat deze dwangmatigheid niet zover, dat je mij een kettingroker kunt noemen.

En al zoú dat zo zijn, volgens mij zijn er nog genoeg andere verslavingen die veel slechter voor de gezondheid zijn of op zijn minst een tikkeltje genant. Afgelopen week heeft de politie iemand opgepakt die - voor zover ik het begreep - zijn fiets voortbewoog door telkens een ruk aan de ketting te geven. Of verzamelde die vent nou halskettingen met meisjesnamen? Of zit het nog anders en betreft het hier -om eens een deftig woord te gebruiken- een dwangmatig onanant die niet van ophouden weet?

Hiermee is dus meteen bevestigd dat het met mijn vermeende verslavingen nog niet zo'n vaart loopt. En als ik die überhaupt niet had, dan was mijn laatste en volgens kenners allermooiste schilderij nooit tot stand gekomen. Op een nagenoeg zwarte ondergrond heb ik alle dotjes verf op het doek aangebracht met de kurk van een wijnfles en het filter van een sigaret. Op het eerste gezicht lijkt het helemaal nergens op. Maar met een wijntje in de ene hand en een sigaret in de andere, zie je door de wimpers van je half dichtgeknepen ogen opeens van alles gebeuren op het doek. In het Frans bèkt het zo lekker, dus ik heb het de titel gegeven 'L'Amour de Boire et Fumer'.


zondag 18 september 2011

Mijn land misdaadvrij

In Zuidoost-Azië is de achternaam Ng -uitgesproken als Ung- het equivalent van populaire namen zoals De Vries of Jansen in Nederland. Menigeen zal denken dat dit soort bijzonder korte achternamen in ons land niet voorkomt. Niets is minder waar. Als we een nerd, een eikel of -om er maar geen doekjes om te winden- een Jan Lul bedoelen, spreken we niet voor niets over 'Jan met de korte achternaam'.

Strikt genomen is het eigenlijk nog véél erger: het stíkt hier van de achternamen die slechts uit één enkele letter bestaan. Lees de kranten er maar op na: dagelijks verschijnen artikelen waarin een Aage M., een Ali B., een Koos H., Ferdi E. of zelfs een Desi B. te P. een hoofdrol spelen. Het zal de oplettende lezer daarbij niet ontgaan dat dit zonder uitzondering personen van twijfelachtig allooi of ronduit criminele types zijn.


Hiermee kom ik meteen op een echte Quick-Win. Naar mijn mening zou het voor de PVV van Geert Wilders een goed idee zijn om de volgende maatregel in het partijprogramma op te nemen. Laat de politie iedereen met zo'n korte achternaam preventief van straat plukken. Dan zijn we in in één klap van veel narigheid verlost.

Zo heb je bijvoorbeeld ook je collega's niet altijd voor het uitzoeken. Op mijn werk heb ik te maken met ene Frank D. die heel provocerend rondloopt in een T-shirt met de opdruk 'Frank maakt meer kapot dan je lief is'. Zeg nou zelf: dan zie je het toch meteen? Kan het nog duidelijker?

Oppakken die lui!

zaterdag 17 september 2011

Mijn febo feestje

In de oorlogsjaren, in 1941, werd in de Amsterdamse Ferdinand Bolstraat -daar komt de naam vandaan- Maison Febo opgericht door ene Johan de Borst. Wat ooit begon als een bakkerswinkel groeide uit tot een automatiek, waar De Borst zelfgemaakte kroketten verkocht. Sinds een paar jaar is ook in Vlaardingen een echte automatiek gevestigd.


Maar wat ís dat ook alweer? Een automatiek is een soort snackbar met daarin een verkoopautomaat met glazen deurtjes, waarin de snacks warm worden gehouden. Vanachter de ruitjes liggen de warme frikadellen, bamihapjes, kroketten en willempies al naar je te lachen. Je kan zo'n deurtje na inworp van muntgeld openen en het product van je keuze zo meenemen. Handig om vooraf eerst een keus te maken en daarná pas het geld in de naastgelegen gleuf te werpen, maar dat terzijde.

Het is al een oude grap maar hij werkt nog steeds goed de werkwijze is als volgt. Neem iets te drinken en zoek meteen een tafeltje met zicht op de automaten. Concentreer je op het gedeelte met daarin de kroketten en probeer er achter te komen welk deurtje het meest wordt gebruikt. Meestal is dat ergens in het midden, op ooghoogte. Wacht tot het een beetje rustig in de zaak is geworden zodat je ongezien je slag kunt slaan. Werp voldoende muntgeld in, houd het deurtje open en neem de kroket uit. Let op: sluit het deurtje nog niet! Neem eerst een grote hap van de kroket en leg deze met de nog goede kant naar voren terug in het vakje. Sluit daarna pas het deurtje weer. Loop terug naar je tafeltje, ga rustig zitten en kijk wat er gebeurt. Succes verzekerd!


Dus stel nou: Je leven is een hel. Je zit zonder baan omdat de zaak failliet ging, je vrouw is acuut lesbisch geworden zit nu bij de Hare Krishna, al die echte vrienden laten niets meer van zich horen, je bloedeigen kinderen willen je nooit meer zien en behalve de deurwaarder komt er niemand meer bij je thuis. Je voelt je ronduit lamlendig, bent prikkelbaar, hebt onverklaarbare angsten en nauwelijks nog geld. 's-Morgens word je wakker tussen bergen lege flessen en uitpuilende asbakken terwijl kabouters met grote hamers op je kop slaan. De afwas van drie weken staat nog op de aanrecht en de toiletpot heeft een eigen biotoop gekregen. Tien-tegen-één dat je dan ook weleens een leuke avond wilt hebben. Dus wordt het weer hoog tijd voor de automatiek!

donderdag 15 september 2011

Mijn vliegangst overwonnen

"Je hoeft helemaal niet zo bang te zijn, er gaat toch immers altijd een piloot mee?" zeg ik altijd stoer tegen zo'n bangerik die voor de eerste keer in zijn leven gaat vliegen.

Voor alles is een eerste keer geweest, ook voor mijzelf. Opgejut door vrienden heb ik vanaf Zestienhoven een vluchtje van een half uur boven Rotterdam gemaakt. Als ik dit als kind zou hebben geweten, had ik nóóit piloot willen worden. Ik zat verstijfd in mijn stoel met het angstzweet in de handen. Uit het raampje kijken durfde ik niet. Dan maar staren naar het metersdiepe decolleté van de stewardess. Weer heelhuids beneden, maar nog met knikkende knieën en een groen aangelopen hoofd, kon ik toch zonder jokken opscheppen over het geweldige uitzicht.


De bedrijven die de volksziekte vliegangst commercieel willen uitbuiten schieten tegenwoordig als paddestoelen uit de grond en voor duizend euro helpen ze je er in twee dagen vanaf. Aan mij zullen ze lekker geen cent verdienen want het is bij mij gewoon vanzelf overgegaan. Maar ik vertik het nog steeds om uit het raampje te kijken. Ik heb er een goede gewoonte van gemaakt om - in het vliegtuig zittend - naar véél leukere dingen te kijken.

Over vliegen gesproken: als achter vliegen vliegen vliegen dan vliegen vliegen vliegen achterna. Dat gebeurde gisterenavond in de woonkamer. Het waren twee van die dikke, met zo'n blauw-groen metallic achterlijf. De hele avond irritant gezoem, gekriebel, vervelend geknisper en gebrom. Soms leek het over en was het héél even stil maar dan begon het verdorie weer! Compleet gek werden we ervan. Zodra ik opstond om ze met een opgerolde krant naar de andere wereld te meppen waren ze ineens weer verdwenen. Maar af en toe worden ook vliegen weleens moe, want eindelijk zat er eentje bewegingloos op tafel. "En nou maar hopen dat ie daar nog even blijft zitten" zei ik, "probeer jij hem aan de praat te houden."

Mensen zeggen over mij dat ik heel zachtmoedig ben; ik zou nog geen vlieg kwaad doen. Mooi niet, ik wilde dit loeder met een enorme klap de vliegenhemel in helpen. De grote truc is om niet te slaan in de richting van de vlieg, maar iets meer in de richting van waar hij naar toe zal vliegen. En raak! Marianne Thieme moet me geloven als ik zeg dat ie er niets van gevoeld heeft, zo snel ging het. En die andere vlieg is waarschijnlijk zó geschrokken dat ie spontaan het huis ontvlucht is en komt nooit meer terug.
En wie durft er nu nog te zeggen dat ik last heb van vliegangst?

zondag 4 september 2011

Mijn reis naar de bron

"Doe mij maar een spaatje rood", zeg ik steevast als het wegens autorijden even geen dubbel-biertje mag zijn. Je verwacht dan dat er bron- of mineraalwater met bubbels op tafel wordt gezet van het merk SPA, type rood. Ja, als je mazzel hebt. Zonder uitleg of verontschuldiging serveert men ook rustig een flesje Sourcy, Bar-le-Duc (*) of Albert Heijn huismerk in een glas. Kennelijk is -net zoals bij Maggi, Valium en Luxaflex - de merknaam ook de soortnaam geworden.

Afgelopen zomer waren we op vakantie in Evian-Les-Bains, ten noorden van de Franse Alpen aan het meer van Genève. Het is een badplaats met prachtige oude gebouwen, veelal appartementen en voormalige hotels die nog die ouderwetse grandeur uit de jaren '20 uitstralen. Wat dat betreft kan Evian zich als enige Franse plaats in de omgeving meten met stijlvolle Zwitserse overburen als Lausanne en Montreux. Rustig kuierend langs de boulevard ontdek je verschillende mooi aangelegde parken. Ook kun je er genieten van een ontspannend tochtje op één van de vele rondvaartboten die onderweg een adembenemend uitzicht bieden op de witte bergketens van de Alpen. 

Maar vooral is Evian al sinds jaar en dag bekend vanwege het bronwater dat daar al sinds 1789 wordt gewonnen afkomstig van de Sint Catherine-bron op het landgoed van ene meneer Cachat. Naar verluidt dronk Marquis de Lessert - geen idee wie dit was- regelmatig van dit water. Hij had namelijk nier- en leverkwalen en geloofde dat zijn gezondheid hierdoor zou verbeteren. Hierna begonnen lokale artsen het water voor te schrijven als remedie en ging meneer Cachat zijn water verkopen. In 1826 verleende de hertog van Savoye vergunning om het water commercieel te gaan bottelen. Tot zover de geschiedschrijving.

Alles in Evian-Les-Bains en de wijde omgeving ademt Evian bronwater. Bijna overal, op straathoeken en pleintjes, staan oude stenen waterpompen waar men zich kan opfrissen of de dorst lessen. Op het terras heeft het geen enkele zin om Spa rood of blauw te bestellen want dàt kennen ze hier niet; Evian is de soortnaam.

Op onze 'bucket list' stond daarom ook een bezoek aan de grote fabriek, die een dorp verderop in Amphion-Les-Bains is gevestigd. Daar wordt uitgelegd dat Evian inmiddels onderdeel is van de Groupe Danone en wordt verkocht in meer dan 130 landen. En dat er dagelijks vijf tot zes miljoen liter in flesjes de fabriek uit gaat. In 2003 was Evian het meest gedronken bronwater ter wereld. Al met al viel het bezoek echter tegen. De rondleiding was geheel franstalig en bleef beperkt tot een centrale presentatie-ruimte bovenin de fabriekshal. Van daaruit kon je door een ruit in de verte de flesjes door vulmachines zien schuifelen, die door mannen in witte pakken in de gaten werden gehouden. Verder weinig anders dan commercieel gedoe met balpennen, t-shirts en hebbedingetjes voor woekerprijzen. Beetje jammer.


Het is natuurlijk vele malen leuker om zelf eens het echte bronwater te tappen uit één van de authentieke bronnen in het centrum van Evian. Zoals de straatnaam 'Avenue des Sources' reeds doet vermoeden, zijn daar de waterbronnen te vinden. De tapkraan van de bron is aangebracht onder een stijlvolle ronde bogengalerij in een glooiend parkachtig deel van de stad met smalle straatjes. De auto in de nabijheid parkeren is een drama want het is er altijd druk; het pleintje bij de tapkraan staat vol met een lange rij mensen die netjes op hun beurt wachten om het heilige water te tappen.

Heilig of geneeskrachtig? Je zou het bijna geloven. Een oude man wist mij te vertellen dat sinds hij Evian bronwater dronk hij nooit meer ziek is geweest. Zou het dan toch ècht waar zijn? Is dit dan een pelgrimage geworden, een bedevaart naar de bron in de hoop door het drinken van dit geneeskrachtige water te worden genezen van een ernstige ziekte of zoiets?


Een nadere blik op de wachtenden geeft een iets ander beeld: de meesten dragen grote tassen of kratten afgeladen met lege plastic flessen bij zich. Is dit niet dezelfde rij die je ook in de supermarkt ziet, bij het fust, de retourette? Nee niet helemaal, er zitten namelijk opvallend veel flessen van het merk Evian tussen. Opeens wordt alles duidelijk. Eénmaal in de winkel een paar flessen Evian bronwater gekocht en daarna altijd voor een gratis refill naar de bron. Toch? Het lijken wel Hollanders, die Fransen!

Die rare plek op mijn onderbeen is er niet van weggegaan, maar toegegeven: het water smaakte heerlijk! En de komende tijd zal ik mij op het terras vast nog weleens verspreken. "Doe mij maar een Evian. Oh nee sorry, ik bedoelde een spaatje."

(*)Barbara, de zus van Christine