Mijn meest gelezen

zondag 19 juli 2015

Mijn kip-ei-verhaal

We schrijven het jaar des Heren 1995. Vanwege de lange wachtlijsten in mijn woonplaats Hellevoetsluis moesten we voor zwemles van de kinderen uitwijken naar Dirksland, een eiland verderop. Het gereformeerde bolwerk Goeree-Overflakkee was en is nog steeds voor een groot deel agrarisch gebied. Om die reden was er elke eerste zaterdag van de maand in de naast het zwembad gelegen sporthal een pluimvee-tentoonstelling.

Ik kan niet goed uitleggen waarom, maar heb kippen altijd grappige dieren gevonden. Misschien was het wel sentiment omdat mijn vader vroeger kippen had gehouden? Terwijl in het zwembad de kids door moeders werden aangemoedigd om het hoofd boven water te houden, schuifelde ik langs de honderden kooien met pluimvee en liet mij door de trotse eigenaars informeren over de wetenswaardigheden van elk ras. Er zijn wel 400 kippenrassen. De meest gangbare kende ik ondertussen al uit mijn hoofd: de Lakenvelder, de Leghorn, de Mechelse koekkoek, de Wyandottekriel, de Barnevelder en de Rhode Island Red.

Het begon erg te kriebelen. Achter ons huis hadden we een mooie grote tuin van wel achttien meter lang. Plek genoeg, daar was geen misverstand over. En wat is er nou lekkerder dan de dagelijkse uitsmijter uit eigen tuin? Dus nam ik mij voor om zelf een hok met een paar kippen aan te schaffen. Een kip kostte maar een tientje maar zo'n groot hok was best duur in aanschaf, vond mijn vader die altijd timmerman van beroep was geweest. Waarom bouwen we zo'n hok niet zelf? Dat zou veel goedkoper zijn en ik kon meteen op zijn ervaring van het vak meeliften. Zo gezegd zo gedaan.

Een week lang gezaag, getimmer en geverf en ineens stond er inderdaad een prachtig hok. Een overdekte ren van bijna tien vierkante meter en een nachthok met legnesten dat via een trapje bereikbaar was. Ook aan water- en voederbakjes, zitstokken en een paar grote balen stro, schelpengrit en legmeel was gedacht. Voldoende ruimte en onderdak voor wel vier grote kippen. Krijn, een kennis uit de `pluimvee-scene`, had mij eerder al geadviseerd om Barnevelders te nemen vanwege de eieren. Barnevelders zijn rustige kippen en leggen heel goed. Nou, vooral dat laatste heb ik geweten!

Na enig oefenwerk met een kalk-ei raakten de kipjes al snel aan de leg. Alsof het zo afgesproken was, legde elke kip iedere ochtend een ei. Mooi groot, lichtbruin, hier en daar een donsveertje en -als je geluk had- met een dubbele dooier! Het was voortaan niet meer nodig een wekker te zetten; luid gekakel was mijn wake-up-call. Ik was er meteen als de kippen bij om de nog warme eitjes uit het legnest te rapen. Lekker hoor, zo'n vers gekookt eitje bij het ontbijt. Ma Bakgraag had een oventje gekocht en ging druk aan de slag met haar eier-recepten. En wat er daarna nog over was deelden we uit aan de buren en familie. Altijd leuk om zomaar een doosje eitjes te krijgen, toch?

Maar op enig moment ging het ergens mis. Niet zo vreemd: elke dag een constante aanvoer van vier eieren... Met een kleine correctie voor breuk en de rui, want in de rui-periode leggen kippen niet, kom je toch op ruim 1400 eieren per jaar. Reden dat de ijzeren voorraad volle eierdozen gestaag begon te groeien.

Door zelf wat vaker een eitje te eten probeerde ik het overschot nog enigszins binnen de perken te houden. Maar bij de buren begon de koelkast uit te puilen. "Laat maar bellen, staat die vent van hiernaast wéér met een doos eieren aan de deur". Bij de anderen thuis begon dit alles ook zijn tol te eisen. Plots kwamen bij hen ook de eierpannekoeken, de plakken scharrelcake en de niet te vermijden tokkelroom de neus uit. En mijn vrouw wilde ook weleens meteen gaan slapen!



Bijna dagelijks schiet ik wel ergens een plaatje van. Heb ik nu een iPhone met ingebouwde camera en zelfs een professionele Nikon; in mijn kippentijd was zoiets nog niet voorhanden. Echte foto's van mijn kippen heb ik daarom nooit gehad. Gelukkig heb ik via bemiddeling van Krijn een paar look-a-likes bereid gevonden voor deze gelegenheid even te poseren.

Tegenwoordig is alles weer bij het oude. Met onze verhuizing naar een andere stad heb ik het hok met de kippen erbij moeten verkopen aan een gezin uit een naburig dorp op Voorne-Putten. Ik koop nu weer braaf elke zaterdag één doosje bruine scharreleieren bij de Albert Heijn.

Getuige onderstaande familie-foto zijn de kippen bij hun nieuwe baasje nog jarenlang goed aan de leg geweest.