Mijn meest gelezen

maandag 25 september 2017

Mijn minderende makke met mijn maatje meer


In mijn dagelijkse gevecht met de zwaartekracht viel, gleed of struikelde ik mij altijd een ongeluk. Dit tot grote ergernis van mijn moeder. Deze keer zat er een bananenschil in het complot, jokte ik tegen haar. Mijn stoere, maar inmiddels compleet uitgewoonde corduroybroek was nu echt naar de knoppen. Zelfs in de opgenaaide suède kniestukken zaten grote gaten. Ik had de stille hoop dat Ma er nog nieuwe op kon naaien, maar daar zag ze geen heil meer in.

Helaas pindakaas: het was weer hoog tijd voor het onontkoombare bezoek aan de kledingwinkel. Vreselijk. Ik haatte het om nieuwe kleren te gaan shoppen. Dus met een steen in mijn maag en mijn gezicht op onweer sjokte ik dan achter mijn moeder aan. "Sorry mevrouw, zo'n jongenspantalon hebben we niet nóg groter", sprak onze lokale Mister Humphries zalvend, nadat hij glimlachend mijn onderlijf uitgebreid met zijn meetlint had verkend. "Probeert u het met hem eens bij C&A, bij de kleine herenmaten. Of kijk gerust eens een keer bij Vervat".(*) Dat laatste werd er gelukkig niet écht bij gezegd, maar ik zag het hem denken, die valse nicht.



Ik had 'aanleg', zo noemde hij dat. Maar van wie had ik dat dan? Mijn ouders waren immers allebei slank. Was ik dan van de melkboer of de meteropnemer? In mijn herinnering ben ik altijd al een proppie geweest en als kind werd ik er vaak genoeg mee gepest. Hier volgt een korte bloemlezing.
Wie een rondje om mij heen wilde lopen, deed er verstandig aan om brood voor onderweg mee te nemen. Een deurkozijn moest eerst flink worden ingevet, voordat ik me naar binnen kon wringen. En volgens zeggen zou ik voor mezelf ook motorrijtuigenbelasting verschuldigd zijn. Zelfs de viering van mijn verjaardag was onderwerp van spot. Want die moest altijd tweemaal gevierd worden. Eénmaal aan mijn voorkant en vervolgens nog een keer aan de achterkant.

Gelukkig ken ik tegenwoordig genoeg mensen die vele malen dikker zijn dan ik. En dat is heel goed voor mijn ego. Misschien uit misplaatste wraakgevoelens, maar vooral ook om de aandacht van mezelf af te leiden, koester ik dat en maak er bij gelegenheid graag grappen over. Een nieuwe en zeer zwaarlijvige collega kwam zich op zijn eerste werkdag aan mij voorstellen. "Aangenaam, ik ben Dick". En dan moest ik het wel zeggen want voor open doel kop ik 'm altijd in: "Ja, dat zie ik ook wel. Ik kom niet uit de Efteling!"

Of neem die vreselijke vetklep bij ons om de hoek: als zij op een bewolkte dag naar buiten gaat, floepen spontaan de straatlantaarns aan! Ze kwam eens bij de huisarts wegens hartritme-stoornissen en opvliegers. Die stuurde haar linea recta door naar de diëtiste en schreef op de verwijskaart: 'Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat deze mevrouw tijdens de maaltijden uitrust van haar inspanningen om af te vallen.'


Toegegeven, de overhemden die ik een jaar geleden kocht zijn niet zo krap geworden doordat de wasmachine te heet stond. Er moeten weer hoognodig wat kilootjes vanaf bij mij. Want ik kan tegenwoordig geen kroeg meer binnenstappen, of ik krijg meteen een set dartpijltjes in mijn handen gedrukt.

Maar och, alles is relatief. Dus ik blijf het maar van de zonnige kant zien. Ik heb geenszins een wespentaille, maar andersom nog steeds geen eigen postcode. Dus met gepaste trots, en thans zonder moeite met een maatje meer, kan ik zeggen dat ik me er prima bij voel. Mijn vader was timmerman en mijn moeder heette Maria. Ik ben op dezelfde dag jarig als Onze Lieve Heer en -last but not least- ik heb een goddelijk lichaam! Ja echt wel. Want Boeddha was toch ook een god?

(*) Grootwinkelbedrijf in tenten en kampeerartikelen te Rotterdam


Follow
Delen? Ja graag!