Mijn meest gelezen

donderdag 16 juli 2020

Een rotschop is ook communicatie

"Ja, met je broer... Wat was dat nou voor een gebakkie waarmee jij vorige week in de stad liep? Heb je in 't Vlietland weer zo'n suf verpleegstertje op de kop getikt? Maar waarom ik je bel: zodra jij vanmiddag uitgewerkt bent in dat gekke ziekenhuis, wil jij dan daar in de apotheek twee van die speciale pleisters halen? Het Kruidvat in de stad verkoopt ze alleen per vijf stuks, maar dát verdom ik. Wat een stelletje laaielichters! En breng die dingen dan meteen even bij ons thuis langs, dan kun je eindelijk onze nieuwe laptop eens aansluiten en installeren. We kunnen nu al drie weken niks meer."

Door eerdere schade en schande wijs geworden, grensde mijn enthousiasme niet aan hondsdolheid. Om mij alsnog over te halen, fluisterde Engeltje geruststellend in mijn oor dat het ditmaal heus wel zou meevallen. Het was slechts een kleine moeite voor mij, toch? Oké, vooruit dan maar. Van nature ben ik een waardeloze 'nee verkoper' en bijna automatisch was ik er ook vandaag weer flink ingestonken. Niet zo verwonderlijk dat de aap op mijn schouder al geniepig begon te grinniken.



Op mijn afdeling had ik als laatste het licht uitgedaan. Bij de balie van de apotheek trok ik 57, nummer 38 was net aan de beurt. Ondertussen keek ik ongedurig naar buiten en zag hoe mijn collega's, die ik zojuist een prettig weekend had gewenst, langzaam aansloten op de file bij de rotonde voor de hoofdingang van het ziekenhuis. De ervaring heeft geleerd dat je dat punt uiterlijk om zes uur voorbij moet zijn. Arriveerde je later, dan was je de sjaak en stond je daar nog wel een stief kwartiertje stationair te draaien.

Maar in de apotheek kwam er opeens schot in de zaak. En toen ik eindelijk aan de beurt was bleken de bewuste pleisters gelukkig nog op voorraad. Voor twee pleisters moest ik 'diep' in de buidel tasten: totaal één euro achtennegentig. "Een tip voor de volgende keer meneer," zei de dame vriendelijk, "van mijn baas mag ik dit eigenlijk niet vertellen, maar wist u niet dat ze bij het Kruidvat ook te koop zijn? Vijf stuks voor twee euro vijftig. Het is maar dat u het weet."

Op de plek des onheils aangekomen begon ik maar meteen. En precies zoals ik verwachtte, bleek alles in de doos nog onaangeroerd. Echter, het in Nijntje-taal meegeleverde proza 'Snel aan de slag in drie simpele stappen' lag al gedienstig voor mij klaar! Was het hen misschien ontgaan dat ik dit werk alweer twintig jaar doe? Kortom, in amper tien minuten was alles geregeld, zonder handleiding. Dus die mocht in het cellofaan blijven en kon terug in de doos.

Aan onnodige stofnesten heb ik een hekel. Daarom wilde ik, als extra service, de lange computerkabels inkorten en wegwerken achter een plint. Door alle haast was ik niet eerst langs huis gereden en had dus geen gereedschap bij me. Ik moest improviseren en vroeg hem daarom een schaar en een klein schroevendraaiertje. De schaar zag ik al op tafel liggen, maar het schroevendraaiertje moest hij boven gaan pakken.
"Nu ik toch naar boven ga", vroeg hij nederig aan haar, "zal ik dan ook alvast jouw legpuzzel mee naar beneden nemen?"
"Wat? Kun je geen klokkijken? Het is pas tien over zeven, ik ga toch altijd om half acht pas puzzelen?"

Opeens klonk vanuit de hal het geklepper van de brievenbus. "Eindelijk, de reclamefolders!" Ik heb al veel gekke dingen meegemaakt, maar nog nooit heb ik iemand zó snel binnenshuis zien rennen. "Ja, vorige week kwam die achterlijke snurker ook al veelste laat. Gelukkig heb ik nu nog precies een kwartier om plaatjes te knippen en te plakken in mijn kadoboekje. Theo kan het daarna meteen meenemen. Maar waarom ligt de schaar trouwens niet op tafel? Ik vond 'm ook al niet op zijn vaste plek in de linker keukenla."

Toen hij even later 'met toestemming' weer de trap op liep, riep ze hem halverwege weer terug. "Kom eens snel kijken, ik lees hier dat de verbouwing van de IKEA klaar is."
Gangmaker voor bruiloften en partijen zullen die twee nooit worden. Maar desondanks zag ik twee breed glimlachende gezichten met pretoogjes: "Geweldig! Dat komt mooi uit: we kunnen voortaan weer elke week gaan ontbijten voor één euro."
"Maar vertel eens, hoe lang rijden jullie er eigenlijk over, helemaal naar Barendrecht, een half uur of drie kwartier?"
"We vertrekken altijd om half tien en rijden er dan precies 31 minuten over."

Onmiddellijk na het achtuurjournaal werd de tv weer uitgezet. De tweede helft van het edele puzzelspel stond immers op 't punt van beginnen!
"Jij hebt in het ziekenhuis vast al genoeg koffie gedronken, of moet je nu persé nog een bakkie?"
"Eerlijk gezegd dacht ik dat je 't nooit zou vragen, maar heel graag!"
"Hoe drink jij de koffie ook alweer?"
"Liefst uit een mok, maar een kopje mag ook."
"Ja duh... wil je er suiker in of een zoetje?"
"Als het mag, twee zoetjes graag."
"Wat, twee?"

Het duurde even voordat haar wenkbrauwen weer in de oorspronkelijke stand waren afgedaald.
"Nou, wíj nemen er altijd maar één zoetje in. Twee is nergens voor nodig!"
Toen er uiteindelijk alleen voor mij koffie werd neergezet keek ik op mijn beurt verbaasd op: "Sinds wanneer hebben jullie de koffie afgezworen?"
"Dat hebben we ook niet. Maar toen we van het Kruidvat terugkwamen, hebben we onderweg bij Albert Heijn al gratis koffie gedronken. Dat scheelt ook weer afwas."

"Even iets anders. Ik weet niet hoe lang je nog werk hebt aan die kabels, maar het is al bijna half tien en wij gaan zo naar bed. En op maandagavond bekijken we altijd de dvd's van dat mooie kostuumdrama. Dus kom het dinsdagavond dan maar afmaken. Wat? Nee, morgen kan absoluut niet. Ben je nu alweer vergeten dat we elke zaterdagmorgen om acht uur naar de camping gaan? En nog iets: wanneer jij zo bij de voordeur je schoenen weer aantrekt, vergeet dan vooral niet mijn boekje mee te nemen. Ik heb het al op de deurmat klaar gelegd. En stop het dan zondagmiddag maar weer in onze brievenbus. Maar let op, als je er eenmaal een blaadje hebt uitgescheurd, ben je wel verplicht om dát kado voor mijn verjaardag te kopen. Anders wordt het een puinhoop en ben ik het overzicht kwijt!"



Het zal niemand verbazen dat ik op weg naar huis fantaseerde over een passender kado dan de kneuterige prullaria die vermoedelijk in het boekje stonden. Uitgehongerd thuisgekomen trof ik gelukkig nog een kliekje stamppot in de koelkast. De honger was weliswaar gestild, maar de woede was nog lang niet bekoeld. Hoog tijd voor iets sterkers dan slappe koffie.

Toen de bodem van de tweede fles Merlot in zicht kwam, was plotseling Engeltje er weer. 'Laat 't varen. Maak jezelf toch niet onnodig boos, zo zijn ze nu eenmaal. En ze hebben met jou ook altijd het beste voor gehad', sprak ze vergoeilijkend. 'Dat kan me allemaal geen moer schelen; een volgende keer bekijken ze het maar. Ik trap er nooit meer in. Wat ben ik toch weer onnozel geweest door naar jou te luisteren!' snauwde ik terug. Maar mijn lieve kleine Engeltje kon er natuurlijk ook niets aan doen.

Het is alweer een paar jaar geleden dat dit mij is overkomen. Daarom kan ik me niet precies meer herinneren wat ik met het boekje heb gedaan. Misschien wel ritueel verbrand? Heel vaag staat het me bij dat ik het 'per ongeluk' ben kwijt geraakt. Eén ding weet ik nog wel heel zeker: ik heb die klote aap een verschrikkelijke rotschop verkocht!