Mijn meest gelezen

zondag 15 juli 2012

Mijn polygoon over den top



Op den jongstleden dinsdag, des middags rond het tijdstip van half vier, schrok een lieftallige jongedame zich een hoedje. Toen deze eenentwintigjarige typiste opliep langs den oever van den Vlaardingschen vaart, was zij plotsklaps en ongewild getuige van de verschijning van enig manspersoon die zich in de nabijgelegen bossages bezig hield met pleegen van schennis van den openbare orde. Hierop verliet de man het struikgewasch onder achterlating van zijn pantalon en toonde haar nadrukkelijk het lichaamsdeel dat zijn mannelijk geslacht kenmerkte. Bij de hevig ontdane typiste sloeg de schrik om het hart en zij kreeg van den weeromstuit enkele opvliegers!

Als door een wonder schoot een drietal passerende nozems haar te hulp. De schennispleger maakte zich vervolgens, zonder pantalon, met gezwinde spoed uit den voeten. Nadat deze kraanige jongelingen zich allereerst van het welzijn van den typiste hadden vergewist, kon de niet te vermijden achtervolging een aanvang neemen. Op schier onnavolgbare wijze wisten deze vermeetele knaapen met gebruikmaking hunner motorrijwiel de afstand op de reeds in den verte verdwenen onverlaat in te lopen! Ter hoogte van Slagerij Runderpens zagen onze helden uiteindelijk kans de vleeschgeworden onbeschaamdheid staande te houden. Kort nadien wist de ijllings gealarmeerde sterken arm hem na een korte edoch hevige schermutseling in den kraag te vatten en in verzeekerden bewaring te stellen.

Aan den drie nozems, allen woonachtig te Vlaardingen, viel uit hande van den burgemeester een bloemenhulde ten deel voor hun dappere bijdrage aan deze aanhouding, zulks onder niet aflatend gejuich van den toegesnelde omstanders. Onze helden hadden zich uit louter vreugd en verstrooiing toegang verschaft tot het balkon van het stadhuis. Van daaruit konden zij de aubade van den in grooten getale aanwezige bevolking in ontvangst neemen. Nadien is gedurende den gehelen avond en nacht een grootsch volksfeest gevierd. De dienders van Hermandad, die in beginsel belast waren met toezicht ter voorkoming van ruzies en handgemeen, lieten glazen Ranja ter consumptie rondgaan.



Alhoewel normaliter het uiterlijk voorkomen van hedendaagsche nozems niet onverwijld uitnodigt tot innig contact, bleken onze helden daarentegen van het uiterst zeldzame type 'ruwe bolster, blanke pit'. De eenentwintigjarige typiste, die inmiddels geheel van den schrik bekoomen was, zou hen in het vervolg tot haar dikke vrinden kunnen reekenen. Zij verklaarde hen met een schalkse knipoog: "Hetgeen mij vanmiddag ongevraagd werd gepresenteerd bleek achteraf van uitermate teleurstellende afmeting te zijn. Maar een kniesoor die daarop let, want sinds hedenavond weet ik gelukkig beeter!"

Zoals de lokaal vermaarde bovenmeester Brouwer placht te zeggen: 'Boontje komt om zijn loontje'. Terwijl de schennispleeger in het cachot zat te kniezen werd op den top van den avond zijn gehaavenden pantalon publiekelijk getoond.

2 opmerkingen:

  1. Heerlijke nostalgie.....kan de jeugd van nu nog iets van leren!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hahaha! Ik kan met het helemaal voorstellen hoe jij dit voorleest (met dichtgeknepen neus natuurlijk en dwangmatig articulerend).
    Maar goed, ook mooi om te lezen dat ze in Vlaardingen ook schennisplegers hebben. Dan snappen ze daar in ieder geval wel het concept van zeden en normen. Dit in tegenstelling tot het goddeloze Rotterdam :)

    BeantwoordenVerwijderen