Mijn meest gelezen

zaterdag 18 maart 2017

Ik spoor niet meer

Door alle drukte op de A4 gebeurt het soms dat ik 's-morgens te laat in Den Haag arriveer. "Eigenwijze vent, ga toch eens sporen", oppert mijn collega bijna dagelijks. "Heerlijk relaxed opstarten met koffie en een krantje onderweg... En altijd keurig op tijd. Pak de Intercity van negentien over zeven; die stopt onderweg alleen maar in Delft. Je bent hier zó. Doodsimpel allemaal: just go with the flow."



Om voor eens en altijd van dit gezeur af te zijn, stap ik op een donkere en druilerige maandagmorgen met frisse tegenzin in de tram. En ja hoor: op station Schiedam Centrum gaat 't feest al beginnen! Dringen bij de draaideur; Metrokrantje uit de bak grissen; Trap op naar de toegangspoortjes; OV-pasje voor de lezer houden; Wacht tot het poortje opengaat; Wacht tot het poortje ópengaat! Wacht tot het poortje ernaast wél opengaat; De onderdoorgang naar de treinen tot het eind volgen; Opzij springen voor tegenliggers met nog meer haast; Tenslotte rechtsaf en zigzaggend een lange trap op.

Pfff... Exact om 07:19 uur sta ik met bonkend hoofd en gierende hartkleppen bij Spoor 5. Anders dan ik van de kleine pittoreske stationnetjes uit Rail Away gewend ben, ziet dit perron zwart van de mensen. Met zoveel volk op de been zou je bijna geloven dat hier ook reusachtige cruiseschepen aanmeren. Weliswaar ben ik nog op tijd, maar hoe gaat dat in godsnaam allemaal in zo'n trein passen? Een verontrustend dubbel gevoel.

Na een paar minuten nadert vanuit Rotterdam in rap tempo iets geels met felle koplampen. En 't wordt steeds groter. "Daar ebbie hum", hoor ik mompelen, "gelukkig geen kleintje". Iedereen schuifelt omzichtig naar de rand van het perron.
Ding, dong, ding...
'Dames en heren, ...de intercity naar Den Haa...'
Als door de bliksem getroffen deinst de menigte als één man achteruit. En de zachte, allervriendelijkste damesstem van de NS wordt compleet overschreeuwd door het voorbijstormende geraas. Pas als dit weer wegebt - en als sneltrein in de verte verdwijnt - hoor ik haar nog net zeggen
'...tien minuten'.

Tien minuten vertraging? Dan is er nog nét tijd voor koffie. Maar eenmaal bij de automaat tref ik een lange rij en het kreng werkt tergend langzaam. Moeten voor elk bekertje de bonen soms apart geplukt worden? Gehaast kijk ik op de klok: nog drie minuten. Net als mijn twee euromuntje in het apparaat valt, arriveert de trein. De deuren gaan al sissend open. Bang om alsnog de boot te missen, moet ik meteen alweer afscheid nemen: 'Dag lief bekertje, die ene slok was kort maar hevig'. En voorzichtig zet ik haar te vondeling boven op de automaat: dat is ongetwijfeld goed voor mijn reiskarma. Dan neem ik een aanloop, en stort mezelf in het geworstel.



"Hahaha. Wat een rare onzin mevrouwtje, deze trein is echt niet te klein. Als u allemaal een klein stukje opschuift, past die meneer er ook nog makkelijk bij." lacht de conducteur en geeft mij een bemoedigende knipoog. Met ware doodsverachting pers ik mezelf daarom als laatste naar binnen. En met mijn voeten op de onderste treeplank past de deur nog maar amper dicht. Het fluitje klinkt en de trein komt langzaam in beweging.

Vanuit mijn platgedrukte ooghoek, zie ik verderop een verwilderde man, met een withete kop, mee-rennen en op de ramen slaan. "Jammer joh, vol is vol!" roept de conducteur, maar toch wordt er nog eventjes gestopt. Daarna laten we het station definitief achter ons. Op weg naar de cabine wurmt onze uitbundige reisleider zich langs mij en legt uit "Normaal gesproken doe ik dit niet. Maar als iemand me zó indringend aankijkt en 'Hé vuile klootzak' naar me roept, maak ik graag een uitzondering."

De man heeft overduidelijk last van zijn enterteen, want vanuit de cabine gaat de show nog even door: "2 halfvolle melk, 1 yoghurt, een halfje bruin, toiletpapier, 3 pakken koffiepads... Sorry, dat was het verkeerde briefje. Goedemorgen dames en heren, welkom in de stoptrein naar Den Haag Centraal." Wat, stoptrein? Vast weer zo'n flauwe grap. Toch maar even checken: "Goedemorgen mensen, dit is toch zeker de intercity?"

Een paar keer kijk ik vragend om omhoog, maar krijg nergens sjoege. De vrouw schuin boven mij gaapt voortdurend. De rest heeft zo'n blik van 'er brandt wel licht, maar er is nog niemand thuis' en ziet mij hier beneden amper staan. Blijkbaar ben ik de enige die al wakker is. Met dit reisgezelschap kan ik een gezellig praatje ook wel schudden. Bah, vroeger was alles veel gezelliger. En sowieso dateert mijn gespoor van eeuwen geleden, dus is ook het hedendaagse trein-interieur behoorlijk onwennig. Met uitzondering van de glanzend metalen danspalen ontdek ik weinig vertrouwds. Hé, daar wordt iemand wakker: ik ruik een vieze scheet. Maar geen hond slaat er acht op en zwijgend hobbelen en schommelen we richting Delft. Oh oh, waar ben ik toch aan begonnen?

Bij Delft-Zuid gaan we plotseling vol in de ankers, en pleur ik reddeloos vanuit de trein op het perron. 'Krijg nou wat, niks geen grap dus! Dit is écht een boemeltje, godverdegodver...' En natuurlijk komt een ongeluk zelden alleen, dus herhaalt dit fenomeen zich achtereenvolgens bij Delft, Rijswijk, Moerwijk en Hollands Spoor. Gravity sucks.

Als daarna eindelijk het centrum van onze residentie geleidelijk opdoemt, gaat de trein alsmaar langzamer en langzamer. Stapvoets, bijna kruipend, om vervolgens geen meter meer vooruit te komen. Dan wordt het stil in de trein. Doodstil. En iedereen houdt de adem in...

Opeens kraakt de intercom weer: de clown heeft voor ons nog een uitsmijter in petto. "Goed en slecht nieuws, dames en heren. We zijn zojuist gestopt en hebben onze eindbestemming Den Haag Centraal bíjna bereikt. Om te beginnen het slechte nieuws: alle motoren zijn defect. Maar het goede nieuws is dat we niet in een Boeing 747 zitten, en dat het hooguit tweehonderd meter lopen is naar het station. De machinist en ik wensen u nog een fijne dag!" En alwéér klinkt het gesis van de openslaande deuren.



"Môguh Theo. Ik ben alvast aan de slag gegaan, als je 't niet erg vind. Wat trek jíj trouwens een kop, kerel. Heb je onderweg in de auto een hele zak sjacherijntjes naar binnen gewerkt? Ik hoorde 't net op de radio. Man, man, wat een files vandaag hè? Maar goed, jij blijft toch eigenwijs. Ik zal er niet meer over beginnen."

Als blikken konden doden, dan was mijn collega nog slechts een klein hoopje smeulende as. En ik spoor niet meer!





Geen opmerkingen:

Een reactie posten